Tagarchief: bezinning

Man Leben – kloosterjaren


Im Kloster entdeckt man Leben in vielfältiger Form

Jij gaat verder het verhaal van jouw leven:

“Na mijn bezoek aan de kampen bij Dachau en het graf van moeder op Allerzielen in 1983, ben ik verder getrokken. Mijn verdere aanwezigheid in Dachau werd niet meer op prijs gesteld: landlopers zijn daar niet welkom. Een kleine week heb ik in het wild kunnen bivakkeren, maar ik begon steeds meer op te vallen. Begin november trok ik weer naar het noorden. Ik had een vaag plan om naar het graf van mijn vader in Auschwitz te gaan. Maar ik zag snel de onmogelijkheid van deze gedachte in. De winter is een erg slecht jaargetijde voor landlopen en Duitsland was nog steeds in tweeën gedeeld. Ik kon niet door Oost-Duitsland naar Polen lopen.

Ik werd ziek. Eerst een beetje door een stevige verkoudheid, daarna kwam de koorts. Een verhoudingsgewijs klein klooster gaf mij gastvrijheid en binnen vier weken was ik weer volledig genezen.

De kloosters waren in korte tijd erg veranderd. Begin 1960 waren er nog vele jonge mannen die in het klooster traden voor studie, bezinning, gerichtheid op God en Zijn werken, en voor het uitdragen van het geloof en Zijn werken in andere delen van de wereld. De kloosters stonden nog in volle bloei. Tien jaren later traden geen jongelingen meer toe en vele jongere broeders/monniken/paters hadden het kloosters verlaten voor het leven van alle dag al dan niet met een partner. Weer tien jaren later waren nog alleen de oudere bewoners en de abt over. Ook de gebouwen waren in 1983 erg naar binnen gekeerd geraakt.

[1]

Het klooster waar ik herstelde was niet zo groot. In 1983 was de inval van leegte in het gebouw nog niet beklemmend. De laatste 15 jaar was er maar een nieuwe broeder ingetreden; de bewoners waren wel 15 jaar ouder geworden. Als het klooster wilde voortbestaan, dan was een verandering op zijn plaats.

Aan een verandering was ik ook toe. Het was nog volop winter en verder trekken zonder doel lag niet op mijn weg. Ik was tijdens mijn herstel gaan wennen aan het kloosterritme. Na mijn genezen mocht ik van de abt blijven tot de lente aanbrak. Tegen kost en inwoning hielp ik bij het onderhoud en ik verrichtte de noodzakelijke klussen.

Aan het begin van de lente had ik met de abt mijn afscheidsgesprek. Dit gesprek vormde een nieuw begin. De abt vertelde zijn zorgen over de toekomst van het klooster; de kloosterorde was toe aan een verandering in lijn met de traditie en gericht op de toekomst.

Ieder moment, iedere handeling, ieder gebed en zang, iedere dag, ieder jaar, ieders leven, het leven binnen het klooster en het geloof waren in het klooster een oriëntatie op God. De wereld buiten het klooster veranderde in de loop van de eeuwen voortdurend. De veranderingen hadden in het verleden gevolgen gehad op het kloosterleven. In de middeleeuwen waren kloosters centra geweest van bijna alle wetenschappelijke kennis en kunde in de Westerse wereld. Vele kloosters hadden rijkdommen verworven die niet in lijn lagen met de traditie van de kloosters. Tegen het einde van de middeleeuwen – rond 1550 [2] – zijn veel kloosters van deze rijkdommen ontdaan: een aantal kloosters zijn in verval geraakt.

De laatste 15 jaar gingen de veranderingen in de wereld buiten het klooster erg snel. Deze snelle verandering had vergaande gevolgen voor het klooster, want de gemiddelde leeftijd van de bewoners nam heel snel toe. Verstilling, contemplatie en gerichtheid op God hoorde bij het klooster; aan de andere kant pasten verstarring en krampachtig vasthouden aan het verleden niet in de traditie.

De abt vroeg of ik een bijdrage aan de oriëntatie voor het klooster wilde leveren. Mijn bouwkundige achtergrond en mijn kennismaking met verschillende geloven konden goede invalshoeken opleveren. Naast de gebruikelijke taken voor een lekenbroeder zou ik mij wijden aan advisering voor en bijdragen aan deze oriëntatie.

Het kloostergebouw was in goede staat. Het was uitstekend geschikt voor klooster. Bij een teruglopend aantal vaste bewoners, konden delen van het gebouw ook gebruikt worden voor activiteiten in lijn met de doelstellingen van het klooster.

[3]

De oriëntatie op de buitenwereld liet zien dat ook buiten het klooster en de Christelijke kerk er een behoefte aan bezinning en contemplatie aanwezig was. Deze behoefte had vaak andere uitingsvormen.

[4]

Deze oriëntatie heeft tot gevolg gehad dat het klooster open is gesteld voor bezinning en educatie van buitenstaanders: individueel en in groepsverband. Een aantal broeders van de kloosterorde zijn religies uit Azië gaan bestuderen ter verrijking van het kloosterleven met als motto “onderzoekt het nieuwe en behoudt het goede”. Daarbij is ook kennis verworven voor begeleiding van groepen bij religieuze activiteiten en meditatie. In het klooster zijn nieuwe leken broeders gekomen voor de begeleiding van bezinning en educatie. Zij verbleven tijdelijk of soms permanent in het klooster.

Ongeveer 5 jaar heb ik in het klooster gewoond, gewerkt en groepen begeleid. Aan het einde van deze periode gingen de kloostergeloften knellen. De geloften van eenvoud/armoede was geen probleem; ik had een luxe leven met een goede gezondheid, voldoende eenvoudig maaltijden en een nuttige bijdrage aan het klooster en de wereld. De gelofte van kuisheid was iets lastiger. Sinds mijn studententijd zijn er tot aan mijn verblijf in het klooster altijd wel vrouwen in mijn leven geweest. Tijdens het kloosterleven zijn er geen vrouwen in mijn leven geweest; de verleiding was niet groot. De gelofte van gehoorzaamheid vormde het grote struikelblok: ik ben altijd onafhankelijk geweest en mijn motto was “niemands baas, niemands knecht”.

Mijn wens om mij verder te verdiepen in Oosterse religies viel niet samen met het verzoek om andere kloosters binnen de orde te begeleiden bij veranderingen. In samenspraak zijn plannen voor de verandering van andere kloosters gemaakt; de uitvoering is door anderen verricht. Af en toe heb ik advies gegeven tijdens de voortgang. Van bewoner van het klooster ben ik overgegaan in een periodieke bezoeker.

Rond mijn 55ste levensjaar ging ik een nieuwe fase van mijn leven in. Ik ging Oosterse religies bestuderen”, zeg jij.

Het volgende bericht gaat over jouw studie van Oosterse religies.


[1] Voorbeeld van een klooster. Bron afbeelding: http://nl.wikipedia.org/wiki/Benedictijnen

[2] In Engeland door King Hendrik VIII – zie ook http://en.wikipedia.org/wiki/Dissolution_of_the_Monasteries; In Europa tijdens de reformatie waarbij in Nederland de beeldenstorm en de Tachtig Jarige Oorlog niet voorspoedig waren voor de kloosterorden.

[3] Bron afbeelding: http://nl.wikipedia.org/wiki/Bestand:Trappist_praying_2007-08-20_dti.jpg

[4] http://en.wikipedia.org/wiki/File:Meditating_in_Madison_Square_Park.jpg