Tagarchief: Man

Vijf gangbare werkelijkheden – feiten en logica 11


Carla en Narrator staan in Florence voor hun pension te wachten op Man.

“Vanmiddag ben ik vergeten te zeggen dat voorwerpen, symbolen, rituelen, woorden, slogans, muziek, literatuur, filosofie en religie het gedrag en het bewustzijn van mensen sturen of zelfs overnemen. Twee extreme voorbeelden in negatieve zin zijn:

  • een politieke leider en aanhangers beïnvloeden elkaar in woorden en rituelen zo vergaand dat een deel van de samenleving overgaat op genocide,
  • een godsdienstsectie ontaardt door rituelen, slogans, woorden en gedrag in godsdienstwaanzin.

feiten en logica 111[1]

In positieve zin worden het gedrag en het bewustzijn van mensen als oefeningen voor de ziel beïnvloed door muziek, literatuur, religie (voor basisvertrouwen), architectuur, kunst, wetenschap. Door symbolen en rituelen voelen mensen geborgenheid en verbondenheid. Een uitgesproken voorbeeld is de hostie die volgens de Katholieke kerk na de epiklese en de consecratie [2] overgaat in het lichaam van Christus. Volgens mij hoeven wij daar nu niet verder op in te gaan, omdat wij lichtvoetigheid en snelheid als twee richtsnoeren voor onze zoektocht gebruiken”, zegt Carla.

feiten en logica 112[3]

“Binnen het denkraam van Indra’s Net weerspiegelt ieder partikel, ieder voorwerp en ieder levend wezen het lichaam van Christus – als historisch persoon en als goddelijk wezen”, zegt Narrator.

“Er is een klein verschil: katholieken geloven dat de hostie alleen na epiklese (of het aanroepen van de Heilige Geest) en de consecratie tijdens een Katholieke eucharistieviering verandert in het lichaam van Christus. De metafoor van Indra’s Net weerspiegelt het katholieke geloof en tegelijkertijd het ongeloof in de hostie als lichaam van Christus in al haar verschijningsvormen”, zegt Carla.

“Jij heb gelijk, wij hebben geen tijd om de invloeden van symbolen en slogans op het menselijk gedrag volledig te onderzoeken naast onze Odyssee naar wie ben jij. Daar komt Man”, zegt Narrator.

“Hebben jullie vanavond zin in een echte avondmaaltijd of zullen wij iets eenvoudigs in de supermarkt kopen en als Nederlanders in het park van de Piazza Massimo D’Azeglio opeten?”, vraagt Man.

“Goed dan, als echte Hollanders”, zegt Carla.

“Ik heb jaren niet anders gedaan, voor mij is het goed”, zegt Narrator.

Na een bezoek aan de supermarkt zitten zij in het park en voeren het volgende gesprek.

“Narrator, jouw achternaam Nārāyana komt overeen met de titel van een van de oudere Upanishads die waarschijnlijk aan het einde van de Vedische tijd is ontstaan [4]. Ik noem een korte passage uit de Nārāyana Upanishad [5] als opstapje naar mijn inleiding op Kṛṣṇa als God in een menselijke gedaante:

Nārāyana is de opperste realiteit aangeduid als Brahman. 

Nārāyana is het hoogste (Zelf).

Nārāyana is het opperste Licht. Nārāyana is het oneindige Zelf.

Het opperste wezen Nārāyana wenste alle schepselen te creëren.

Al hetgeen in deze wereld is vanbinnen en vanbuiten doordrongen van Nārāyana [6].

Kende jij deze naamovereenkomst met jouw achternaam?”, vraagt Man aan Narrator.

“Mijn vader heeft mij dit als jongeman in een van zijn verhalen verteld. Later in mijn leven – tijdens mijn incarnatie als Bhikṣu (of bedelmonnik) – heb ik de Nārāyana Upanishad via de Universiteitsbibliotheek in Heidelberg ingezien.  In het Sanskriet betekent Nārāyana onder meer “zoon van de oorspronkelijke Man”[7], waarbij “Man” in het Sanskriet de betekenis van “denken, geloven en waarnemen” heeft. In het boek met Boeddhistische vraagstukken dat ik van mijn Amerikaanse geliefde had gekregen, staat het vraagstuk “Waarachtige Man” over de betekenis van “Man”. Het begin van dit vraagstuk luidt:

“Er is een Waarachtige Man zonder status altijd in en uit gaand door de openingen van Jouw aangezicht [8].

Beginnelingen die het nog niet hebben gezien, Kijk, Kijk”

En het vers bij dit vraagstuk begint als volgt:

“Waan en (Boeddhistische) verlichting zijn tegengesteld,

Subtiel gecommuniceerd, met eenvoud;

 De Lente opent de honderd bloemen [9] in één zucht. [10]

Waan en (Boeddhistische) verlichting omvatten ook symbolen, rituelen, woorden, slogans, literatuur, filosofie en religie die het gedrag en het bewustzijn van mensen sturen of zelfs overnemen in negatieve en in positieve zin. De “zoon van de oorspronkelijke Man” in mijn naam Nārāyana is niet alleen de menselijk man, maar duidt ook op de “Waarachtige Man” in dit Boeddhistisch vraagstuk”, zegt Narrator.

feiten en logica 113[11]

“Het verschil tussen waan en werkelijkheid, misdaad en goedheid zijn soms flinterdun en vaak afhankelijk van het kader waarin zij bezien worden. Jouw uitleg over “denken, geloven waarnemen” laat dit goed zien. “Sein und Zeit[12] – het magnum opus van Martin Heidegger – toont hier een glimp van. Martin Heidegger maakt een onderscheid tussen de “Oneigenlijke Man” – of Waan – en de “Eigen Zelf”. Ik weet niet of Martin Heidegger de “Eigen Zelf” gelijk zou stellen aan de “Waarachtige Man” in het Boeddhistisch vraagstuk”, zegt Carla.

feiten en logica 114[13]

“Ik ben diep onder de indruk van jouw inleiding over Nārāyana en de “Waarachtige Man”; jij kunt dit veel beter verwoorden dan ik. Zou jij ons willen zeggen wie Kṛṣṇa is?”, zegt Man.

“Mag ik dat morgen doen, laten wij eerst op deze mooie nazomeravond van ons avondmaal in het park genieten. Zal ik het brood breken en de wijn inschenken?”, zegt Narrator.

“Dat is goed”, zeggen Carla en Man.

feiten en logica 115[14]


[3] Afbeeldingen van een traditionele en een moderne monstrans. De monstrans is een houder waarin de hostie – die na de epiklese (of het aanroepen van de Heilige Geest) en de consecratie, volgens de Katholieke kerk verandert in het lichaam van Christus – wordt getoond. Zie ook: http://nl.wikipedia.org/wiki/Monstrans en http://nl.wikipedia.org/wiki/Hostie Bron afbeelding: http://en.wikipedia.org/wiki/Monstrance

[4] De Mahānārāyana Upanishad is als hoofdstuk 10 van de Taittiriya Aranyaka onderdeel van de donkere – of ondoorgrondelijke – Yajurveda (of veda bij de offergaven). Zie ook: http://en.wikipedia.org/wiki/Taittiriya_Aranyaka#Taittiriya_Aranyaka

[5] De tekst in het Sanskriet is onder de titel “mahAnArAyaNa” te vinden op: http://sanskritdocuments.org/doc_upanishhat/

[6] Bron: XIII-4 en XIII-5 uit de Engelse vertaling van de Mahānārāyana Upanishad via http://www.indiadivine.org/audarya/hinduism-forum/230825-maha-narayana-upanishad-translation-english.html

[7] Bron: elektronische versie van het woordenboek Monier-Williams – MWDDS V1.5 Beta.

[8] Naast een menselijk gezicht wordt hier ook gedoeld op het aangezicht van de wereld en op het aangezicht van “Indra’s Net”

[9] Zie voor de duiding van bloemen ook “Een – Bloesem” in: Origo, Jan van, Wie ben jij – Een verkenning van ons bestaan – 1. Omnia – Amsterdam Uitgeverij, 2012, p. 50 – 53

[10] Sterk ingekorte weergave van de Zen Koan “Linji’s True Man” in: Cleary, Thomas, Book of Serenity – One Hundred Zen Dialogues. Bosten: Shambhala, 1998 p. 167 – 170

[11] Een van de oneindig vele manifestaties van de “Waarachtige Man”. Bron afbeelding: http://de.wikipedia.org/wiki/Mann

[12] Heidegger, Martin, Sein und Zeit. Tübingen: Niemeyer, 2006 Zie ook: http://de.wikipedia.org/wiki/Sein_und_Zeit#Verfallenheit_und_Eigentlichkeit:_Das_Man

[13] Afbeelding van een hulpmiddel om de hoofdbegrippen in Heideggers “Sein und Zeit” te plaatsen. Bron afbeelding: http://de.wikipedia.org/wiki/Sein_und_Zeit#Verfallenheit_und_Eigentlichkeit:_Das_Man

[14] Piazza Massimo D’Azeglio. Bron afbeelding: http://it.wikipedia.org/wiki/Piazza_d’Azeglio

Man Leben – interview


In de vorige berichten hebt jij een korte beschrijving van zijn leven gegeven. Ik mag enkele vragen stellen bij de beschrijving voordat ik mij ga voorstellen.

“Jouw leven heeft een grotere diepgang dan ik ooit heb kunnen denken. In jouw beleving begint jouw leven al meer dan 4000 jaren geleden. In 1933 zijn jouw ouders vanuit Frankfurt am Main naar Amsterdam verhuisd om een nieuw bestaan op te bouwen in een vreemd land waar zij de taal en de cultuur niet kennen. Ik neem aan dat jullie in Amsterdam Duits zijn blijven spreken”, zeg ik.

“Dat is voor een deel juist. Mijn ouders zijn onderling Duits blijven spreken, maar ik ben tweetalig opgevoed. Dit is bijzonder geweest, want het Nederlands van mijn ouders heeft een erg Duits accent gehad. In die tijd heb ik mij daarvoor geschaamd, en nu schaam ik mij voor de schaamte”, zeg jij.

“In jouw beschrijving is het afscheid van jouw ouders rond 1942 verhoudingsgewijze makkelijk verlopen”, zeg ik.

“In die tijd heb ik de woorden en de kennis niet om mijn gevoelens te verwoorden. Ik heb dit afscheid als een avontuur of een soort natuurlijke en spannende verandering ervaren. Nu zie ik duidelijk dat mijn ouders en mijn tante dit afscheid aan mij als een overgangsrite hebben gepresenteerd. Mijn moeder heeft gezegd dat ik lang weg zou blijven. Zij zei: “Vanaf nu ben jij geen jongen meer maar een echte Man, jij bent nu een echte Herr Mann”. Zij heeft voorspeld dat het een heel donkere tijd wordt, maar dat ik er op moet vertrouwen dat uiteindelijk alles goed zal komen. Ik heb een nacht bij mijn tante gelogeerd. Daarna is een reis van een aantal weken begonnen, totdat ik in Zuid Limburg ben komen te wonen”, zeg jij.

“Jouw naamsverandering, hoe is dat gegaan?”, vraag ik.

“Ik weet niet alle details en ik kan geen details vertellen, want er zijn mensen bij betrokken die misschien nog in leven zijn. Mijn naamsverandering is vrij eenvoudig verlopen. Een jongen verhuisd voor het bevolkingsregister – onder zijn naam met een persoonsbewijs voorzien van een oude foto – naar een anderen plaats. Enkele weken later verhuisd dezelfde jongen voor het bevolkingsregister met een nieuwe naam – en een nieuw persoonsbewijs voorzien van een recente foto – naar een derde plaats. De oude naam blijft achter in de tweede plaats. Een tijd later is de oude naam waarschijnlijk met “verblijfplaats onbekend” ingeschreven. Ik ben zo binnen enkele weken verschillende keren verhuisd om het spoor te verdoezelen”, zeg jij.

“Wat hebben jouw ouders bedacht om jou later weer te vinden. Hoe hebben zij gedacht aan te tonen dat zij jouw ouders zijn?”, vraag ik.

“Mijn nieuwe naam is nauw verbonden met de namen die ik van mijn ouders en familie heb gekregen. Mijn ouders hebben mij “Levi” genoemd naar de derde zoon van Jacob en Lea in het boek Genesis. Uit de twaalf zonen van Jacob en Lea zijn de 12 stammen van Israël voortgekomen. Levi betekent: “hij zal verbinden of aaneenvoegen” [1]. Ik heb dit mijn hele leven ondernomen. Als ik terugkijk, zie ik met schaamte dat ik vaak hoogmoedig ben geweest”, zeg jij.

“Ik vind jou niet hoogmoedig”, zeg ik.

“Hoogmoed heeft vele gezichten. Ik heb veel later gelezen dat Schriftgeleerden denken dat de naam Levi een leenwoord is dat priester betekent of dat de naam verwijst naar de mensen die verbonden zijn aan de Ark van het verbond [1].  Bij het rondtrekken in de woestijn hebben de afstammelingen van Levi de Ark van het verbond gedragen. De eerste hogepriester is ook een afstammeling van Levi geweest. Enkele geleerden denken dat Levi verwijst naar een stam die van oorsprong niet Joods was, maar bestond uit immigranten die zich bij de Joden hebben gevoegd [1]. De afstammelingen van Levi hebben als enige stam geen grondgebied gehad in Kanaän. Mozes en zijn broer Aaron, Samuel, Ezechiël, Ezra, Johannes de Doper, Mattheus en Marcus zijn afstammelingen van Levi [2]. Volgens hoofdstuk 49 vers 7 van Genesis uit het Oude Testament zullen de kinderen van Levi over de aarde worden verspreid. In het testament van Levi [3] – een apocrief geschrift dat met de bijbel verbonden is – worden de priesters die afstammen van de eerste hogepriester Aaron en dus van Levi, hoogmoed verweten. Door deze hoogmoed ontstaat de Apocalyps of het einde der tijden. Ik heb mijn hele leven mijn best gedaan om hoogmoed te vermijden, maar vele keren is het niet gelukt. Hoogmoed is ook de oorzaak van het uiteenvallen van ons gezin geweest. Hoewel mijn grootvader en ik geen mensen van geweld zijn, is de voorspelling voor het lot van de afstammelingen van Levi ook ons lot geworden. Afgezien van de gewelddadigheid, sluit de naam Levi goed aan bij de weg die ik mijn leven heb bewandeld. Mijn nieuwe achternaam is afgeleid van de voornaam die mijn ouders aan mij hebben gegeven. Mijn nieuwe voornaam is nauw verbonden met mijn familienaam. Vroeger werd Piet Janssen vaak “Janssens Piet  – of zoon van Jan, Piet” genoemd. Ik denk dat mijn ouders hebben gedacht dat deze omdraaiing later kans van slagen zou hebben om mij weer als rechtmatige zoon erkend te krijgen”, zeg jij.

“Een mens in een donkere tijd moet soms kiezen, als hij de keuze niet aan anderen wil overlaten. Ik respecteer jouw terughoudendheid voor de keuze van jouw familie en pleegfamilie in Zuid Limburg. Mag ik vragen waarom jij na jouw gelukkige en zorgeloze tijd met jouw tante naar Holland bent verhuisd?”, zeg ik.

“Dat is heel duidelijk. Mijn tante is de jongere zus van mijn moeder. Zij leken erg op elkaar, ook in manier van doen. Voor mij was zij heel vertrouwd. Wij hebben het leven in Holland weer opgepakt. Dat is niet meegevallen als vreemden in een land in opbouw. Mijn tante had in haar ogen geen keuze; na de oorlog was zij het aan mijn ouders verplicht om voor mij te zorgen. Het leven in Zuid Limburg heb ik erg gemist, maar ik ben elke vakantie bij mijn peetouders gaan logeren”, zeg jij.

“Later verder met de vragen als dat mag”, zeg ik.

“Dat is goed”, zeg jij.

Het volgende bericht gaat verder met enkele vragen over de weergave van jouw leven.


[1] Zie ook: http://en.wikipedia.org/wiki/Levi

[2] Zie ook: http://en.wikipedia.org/wiki/Levite

[3] Zie ook: http://en.wikipedia.org/wiki/Testament_of_Levi. Het Testament van Levi is onderdeel van het Testament van de Aartsvader.

Man Leben – liefde


Liebe muß man leben, sie wächst und sie kann auch wieder vergehen

Jij vervolgt het verhaal van jouw leven:

“Na mijn reis naar Auschwitz in het begin van de herfst in 1993 zijn er drie verrassingen in mijn leven geweest. De eerste verrassing is werken in een ontwerp bureau aan een introductie van een modulaire industriële manier van bouwen. Dit werk is onverwachts succesvol geworden.

De tweede verrassing is volkomen onverwachts geweest. Ik heb eerder verteld dat ik op 10 jarige leeftijd ineens verliefd ben geweest op een meisje in het dorp in Zuid Limburg. Het leek of de bliksem insloeg, zo heftig en onverwachts; ik zag alleen een witte gloed. Op de middelbare school ben ik op afstand ook enkele keren verliefd geweest. Niemand heeft hier ooit van deze verliefdheden geweten. Na mijn studie heb ik via mijn werk op het architecten bureau mijn vrouw leren kennen. Ik zag haar de eerste keer in een witte lieflijke gloed staan. Wij hebben een gelukkige tijd gehad tot onze wegen zich langzaam maar zeker gingen scheiden. De scheiding is niet makkelijk gegaan; ik had meer wijsheid en medeleven mogen tonen. Aan het einde van ons huwelijk totdat ik mijn reis naar Auschwitz begon, zijn er altijd vrouwen in mijn leven geweest, maar altijd op een zekere afstand.

Na Auschwitz heeft liefde in mijn leven de vorm van compassie en medeleven aangenomen. Deze gevoelens worden verwoord in het gedicht “Bani Adam” of “Openen van alle poorten” , dat ongeveer 700 jaar geleden door Abū-Muḥammad Muṣliḥ al-Dīn bin Abdallāh Shīrāzī – beter bekend bij zijn schrijversnaam Saʿdī (of Saadi) – is geschreven:

“De kinderen van Adam zijn ledematen van een lichaam

En voortgekomen uit een bron

Wanneer het noodlot van de tijd een ledemaat treft

Dan kunnen de andere ledematen niet onaangedaan blijven

Als jij geen medeleven hebt voor de zorgen van anderen

Dan ben jij niet waardig om de naam “Man (of Woman)” te dragen [1]”.

Dit gedicht is aan mij persoonlijk gericht; ik draag de naam Man.

[2]

Nog niet zo lang geleden heb ik gelezen dat een oude zen meester eens heeft gezegd: “Als er geen lijden zou zijn en geen voelende mensen, dan zou er geen vinger zijn, geen oog, geen oor, geen hand. Overal en een zou alles leeg zijn en diep, diep. Er zou geen verlies zijn en geen toename” [3]. Ook deze zinnen verwoorden mijn vorm van liefde in die tijd. Het Boeddhisme kent het woord “Karuṇa” dat in het Sanskriet compassie betekent. Het woord is verbonden aan wijsheid. [4]

In de zomer van 2003 draaide ik mijn hoofd opzij en zag ik haar gezicht vol voren van leven, ogen peilloos diep, handen gerimpeld. Als elkaars lotgenoot hebben wij iedere rimpel en litteken van ons leven bewonderd. Later heb ik hierover een kort gedicht geschreven:

 Jouw ogen peilloos

Samengaan in eeuwigheid

Zachte kleine dood

Twee jaar later ontmoetten wij Haar grote dood. In het volgende bericht meer over de derde verrassing – de eenvoud – in mijn leven”, zeg jij.

Het volgende bericht gaat over de derde verrassing in jouw leven.


[2] De tombe van Saʿdī in Shiraz, Iran. Bron afbeelding: http://en.wikipedia.org/wiki/Saadi_(poet)

[3] Bron: Wick, Gerry Shishin, The Book of Equanimity – Illuminating Classic Zen Koans. Somerville MA: Wisdom Publications, 2005 p. 170