Rond Pasen was de winter van dat jaar voorbij. De voorjaarszon kwam tevoorschijn en de natuur bloeide op. Ik kocht naast mijn stadsfiets nog een toerfiets waarmee ik eerst enkele fietstochten maakte op de beide eilanden Sjælland en Amager waarop de stad Kopenhagen ligt. In een paar maanden leerde ik niet alleen goed fietsen, maar ik kreeg plezier in deze vorm van zweven in weer en wind over de wegen.
Aan het einde van het voorjaar ontving ik opnieuw verontrustende brieven van vroegere minnaars in Amsterdam; ook zij waren ernstig ziek door AIDS. Ik besloot met mijn toerfiets in ruim een week naar Amsterdam te reizen. Na een kleine week voorbereiding vertrok ik met een volgepakte fiets voor enkele maanden naar Amsterdam. Mijn zolderkamer had ik tijdelijk onderverhuurd aan een vriend.
Uiteindelijk deed ik twee weken over de reis, want ik had bijna altijd tegenwind. Op de lange rechte stukken ging in mijn beleving het malen van de pedalen over in het ronddraaien van de gebedsmolens, soms moeizaam, soms als vanzelf.
Onderweg naar Amsterdam speelde het Boeddhistisch vraagstuk van de “ijzeren Os” [3] door mijn hoofd. Vroeger zullen enkele van mijn voorouders te paard gereisd hebben. In Afrika had ik wel mensen op een os zien reizen. Nu was ik in plaats van ruiter te paard een berijder van een ijzeren ros.
Ik miste mijn geliefde die toen al in Amerika woonde, voor aanspraak bij dit vraagstuk. Mijn aanwijzing tijdens het fietsen was het vers bij het vraagstuk:
“Het werk van een ijzeren os –
Wanneer de zegel (van verlichting [5] en van idool) aanwezig blijft, dan is de impressie geruïneerd”. [6]
Fietsend door Noord Duitsland en Nederland kreeg mijn fiets steeds meer de vorm van de “ijzeren os” in het boeddhistisch vraagstuk. Soms lekker glijdend bij windstilte, soms zwoegend bij tegenwind deed mijn ijzeren ros zijn werk; gestaag gleden wij samen met de weg en de omgeving door het heelal.
Onderweg kon ik meestal bij mensen overnachten in ruil voor enkele verhalen of voor enige hulp op een boerderij. Overdag probeerde ik bij rustplaatsen wat geld te verdienen met goochelen, want tijdens mijn fietsreis had ik geen inkomsten uit percussiespel met jazz ensembles. Na enige oefening kon ik met twee goochelvoorstellen met touw – die ik had geleerd van een vriend in Kopenhagen – bij iedere stopplaats een nationale munt verdienen; in Duitsland een D-mark en in Nederland een gulden. Bij een voorstelling liet ik een touw door mijn hals gaan. Een demonstratie van deze voorstelling is te zien op de volgende video:
http://www.youtube.com/watch?NR=1&feature=endscreen&v=aSMZJ0w3DyM
Tijdens een andere presentatie ging het touw onverwachts door een ring. Een voorbeeld van deze voorstelling wordt getoond op de volgende video:
http://www.youtube.com/watch?v=2xx7UjeZYn4
Wanneer ik beide voorstellingen iedere dag op vijf verschillende rustplaatsen opvoerde, dan verdiende ik genoeg geld voor goede dagelijkse maaltijden voor mij en voor een andere reiziger met wie ik de maaltijd deelde.
Die zomer en herfst in Amsterdam leefde ik met en zorgde ik voor oude bekenden en vroegere minnaars met AIDS. Daarnaast genoot ik van de Hollandse stranden en van de mooie wolken in Nederland.
Aan het einde van de herfst reed ik met een storm in de rug naar Kopenhagen. De winter bracht ik door in mijn zolderkamer met de lange nachten waarin de maan, de sterrenhemel en de geesten mij gezelschap hielden. Dit ritme van zomers naar het zuiden en de winters in Kopenhagen heb ik enkele jaren gevolgd; op latere leeftijd ben ik in het zuiden gaan overwinteren om de zomer in het noorden door te brengen.
Waren deze overwinteringen op mijn zolderkamer een boetedoening voor de misdrijven als kind soldaat bij een militie? Misschien, een jaar later ontmoette ik een man die voortdurend moest boeten voor zijn daden.
[1] Bron afbeelding: http://da.wikipedia.org/wiki/Cykeltyper . De foto is gemaakt in 2005 en toont een fietstype van een latere datum.
[2] Bron afbeelding: http://en.wikipedia.org/wiki/Prayer_wheel
[3] Zie: Cleary, Thomas, Book of Serenity – One Hundred Zen Dialogues. Bosten: Shambhala, 1998 p. 125 – 130.
[4] Bron afbeelding: http://nl.wikipedia.org/wiki/Os_(rund). De ossen in Afrika waren niet zo weldoorvoed.
[5] Volgens het Mahāyāna Boeddhisme verspreid menselijke verlichting een geur van ijdelheid. Er is pas sprake van verlichting wanneer alles en iedereen verlicht is.
[6] Eerste twee versregels bij de koan Fengxue’s “Iron Ox”. Zie: Cleary, Thomas, Book of Serenity – One Hundred Zen Dialogues. Bosten: Shambhala, 1998 p. 125 – 130.