Tagarchief: Oosterse wijsheid

Narrator – poort in het noorden 2


Het leven met mijn geliefde – die zijn dienstplicht in het Amerikaanse leger tijdens de oorlog in Vietnam had ontdoken en nog steeds in Europa verbleef hoewel hij na het generaal pardon van president Carter in 1977 weer terug kon keren naar de Verenigde Staten [1] – was in Stockholm even vertrouwd als in Amsterdam en het was tegelijkertijd in alle opzichten anders.

Naast het gouden huis in de oude binnenstad van Stockholm had hij ook de beschikking over een prachtig buitenhuis in de scheren archipel aan de kust. In de weekenden en tijdens vrije dagen gingen wij met een bootje naar dit houten huis op een klein eiland. Wij genoten van de prachtige luchten en ’s-nachts sliepen wij buiten als het weer het toeliet. Ik verbaasde mij over de dagen die steeds langer werden.

[2]

Verschillende vrienden van mijn minnaar speelden in jazz-ensembles. Via hen leerde ik de muziek van de groten in de jazz muziek waarderen; mijn favorieten waren het Miles Davis Quintet [3] en John Coltrane [4] met zijn quartet; zijn LP’s met “Joy“, and “A Love Surpreme” – geschreven tijdens de strijd voor gelijke rechten in Amerika waarbij John Coltrane met deze muziek een spirituele eenheid wilde creëren om daarmee een maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen [5] – draaide ik grijs.

[6]

Tijdens enkele oefensessies speelde ik op percussie met een jazz-ensemble; de leden waren zo onder de indruk van mijn spel dat ik die zomer mee mocht spelen tijdens het Stockholm Jazz Festival [7]. Daarna trad ik regelmatig op met wisselende muzikanten in Stockholm en later in Kopenhagen.

Mijn geliefde had zich in Stockholm verdiept in Boeddhisme en meditatie om zo meer inhoud aan zijn leven te geven. Onder zijn invloed ben ik mij langzaamaan gaan verdiepen in de Boeddhistische en Taoïstische kant van de Oosterse wijsheid.  Hij kon mijn hulp bij het leren doorgronden van bronteksten geschreven in het Sanskriet goed gebruiken. Samen bewandelden wij in Stockholm deze weg: hij volgde de inhoud en ik ondersteunde bij de vorm.

Vrijdag en zaterdag voor de laatste week in Juni maakte ik voor het eerst Midzomerfeest in Scandinavië mee. De nacht duurde in Stockholm maar enkele uren en die zaterdag en zondag lag het hele openbare leven stil. Wij waren bij vrienden uitgenodigd en namen deel aan dit traditionele feest.

Enkele dagen na midzomer zijn mijn minnaar en ik in de Godin op vakantie naar de Noordkaap gegaan. Door het bijna verlaten landschap van Noord Zweden – waar je buurman je beste vriend is, omdat er niemand anders in de omgeving woont – reden wij bij het eeuwige licht.

[8]

Net voor de grens met Noorwegen zagen wij de Lapporten. Mijn geliefde noemde het de Lege Poort [9]. Hij vroeg aan mij wat “leeg” in het Sanskriet was. Hierop antwoordde ik “śūnya” [10] dat verwant is aan het Engelse woord “shunt” [11] waarbij een lage parallelweerstand een kortsluiting van een elektrische stroom veroorzaakt. Daarop begon hij een deel van de Hart Sutra te zingen:

De Hart Sutra is te luisteren op: http://www.youtube.com/watch?v=z0jcx9fnoWc

Of beknopt en vrij weergegeven in het Nederlands:

Vorm is gelijk aan leegte zoals leegte gelijk is aan vorm;

Vorm zelf is leegte en leegte zelf is vorm;

Zo ook gevoel, kennis, dingen en bewustzijn.

Aldus Shariputra, alle Dharmas zijn leeg van kenmerken.

Zij worden niet gemaakt, niet vernietigd, niet bezoedeld en zij zijn niet puur;

en zij worden niet groter noch kleiner.

Daarom in leegte is geen vorm, gevoel, kennis, dingen en geen bewustzijn;

geen ogen, oren, neus, tong, lichaam en geest;

geen gezichtsvermogen, geluid, geur, smaak, tastzin en Dharmas;

Ik zei dat de Lege Poort de toegang tot het Nirvana[12] leek. Hij antwoordde dat de Lege Poort ook leeg was van Nirvana en hij straalde [13] als een god. Mijn geliefde is volmaakt gelukkig blijven stralen tot voorbij de Noordkaap.

[14]


[9] De Mumonkan – in Engels meestal vertaald met Gateless Gate – is een verzameling van 48 Zen Koans door de monnik Mumon samengesteld in de 13e eeuw na Christus.

The character 無 () has a fairly straightforward meaning: no, not, or without. However, within Chinese Mahayana Buddhism, the term 無 () is often a synonym for 空 (sunyata). This implies that the 無 () rather than negating the gate (as in “gateless”) is specifying it, and hence refers to the “Gate of Emptiness”. This is consistent with the Chinese Buddhist notion that the “Gate of Emptiness” 空門 is basically a synonym for Buddhism, or Buddhist practice. 門 (mén) is a very common character meaning door or gate. However, in the Buddhist sense, the term is often used to refer to a particular “aspect” or “method” of the Dharma teachings. Bron: http://en.wikipedia.org/wiki/The_Gateless_Gate

Er zijn vier goed verkrijgbare uitgaven in het Engels:

Aitken, Robert, The Gateless Barrier, The Wu-men Kuan (Mumonkan). New York: North Point Press, 2000

Sekida, Katsuki, Two Zen Classics – Mumonkan & Hekiganroku. New York:Weatherhill, 1977

Shibayama, Zenkei, The Gateless Barrier, Zen Comments on the Mumonkan. Boston: Shambhala, 1974

Yamada Kôun Roshi, Gateless Gate (Mumonkan). Tucson: The University of Arizona Press, 1990

[10] “Empty, void” volgens: elektronische versie van het woordenboek Monier-Williams – MWDDS V1.5 Beta

[11] Volgens Shorter Oxford English Dictionary een natuurlijk of kunstmatig bloedvat om de bloedstroom om te leiden.

[12] “Land zonder bos” volgens: elektronische versie van het woordenboek Monier-Williams – MWDDS V1.5 Beta

[13] Het woord Deva waaruit Deus in het Latijn, Zeus in het Grieks en Dieu in het Frans is ontstaan, is in het Sanskriet verbonden met de werkwoordstam “Div”, dat onder meer “stralen, spelen, vermeerderen” betekent.

Man Leben – interview 4


Het vorige interview ging over liefde in jouw leven. In dit bericht volgen enkele vragen over de laatste verrassing in jouw leven.

“In het laatste deel van jouw leven heb jij je verdiept in Oosterse wijsheid. In deze beschrijving verwijs jij geregeld op een indirecte manier naar een vorm van verlichting. Ben jij verlicht?”, vraag ik.

“Alles is verlicht. Niets, zelfs niet het allerkleinste deeltje is uitgezonderd. Alles is in al haar verschijningsvormen volkomen natuurlijk verlicht”, zeg jij.

“Ook alle hebzucht, alle misdraden, alle moorden, alle waanbeelden, alle onzin en ijdelheid?”, vraag ik.

“Verlichting is zo natuurlijk als inademen en uitademen waarbij inademen en uitadem verschijningsvormen zijn van verlichting. Een glimp van de volkomen verlichting hebben wij ervaren toen wij aan het einde van de middag op onze Odyssee bij de aanlegplaats “Twee – nacht aan het begin van de lente” [1] na een lange dagtocht zijn aangekomen op het schiereiland. De volgende ochtend om zes uur hebben wij aan het begin van de lente de zon in het oosten zien opkomen. Wij hebben ons die middag gewassen in het water bij het schiereiland, ons afgedroogd en schone kleren aangetrokken en daarna hebben wij hout gesprokkeld voor het vuurtje in een oud conservenblik. Dit is vrij weergegeven de samenvatting van de Diamant Sutra die rechtstreeks verlichting weerspiegeld [2]. De eigenlijke samenvatting is “evam” [3] – het eerste woord van deze sutra in Sanskriet – of in het Nederlands “aldus”. Iedere handeling, ieder woord en iedere ademhaling is volkomen verlicht. Ik vind de foto van de zonnebloemen in de kop van de weblog “Wie ben jij” passend. Iedere zonnebloempit op deze foto omvat het hele universum volkomen en volledig”, zeg jij.

“Waar ontstaan alle misdraden, alle moorden, alle waanbeelden, alle hebzucht, alle onzin en ijdelheid?”, vraag ik.

“Wij zijn bij tijdens aanlegplaats “Een” bij Pantheïsme de metafoor “Indra’s net” [4] voor het gehele universum tegengekomen. Indra’s net [5] is in de Huayan school [6] van het Boeddhisme een metafoor voor alles, voor verlichting en ook voor illusies en waanbeelden. Als een glazen parel in het net een illusie of waanbeeld weergeeft, dan wordt deze illusie of waanbeeld door alle andere glazen parels in het net weerspiegelt. Als een parel verlicht is, dan wordt de verlichting in alle andere parels weerkaats. Of als wij deze metafoor naar ons dagelijks leven vertalen, als hebzucht, misdaad in ons leven is, dan heeft dat invloed op alles en iedereen; en als een persoon of ding verlicht is, dan straalt deze verlichting naar alles en iedereen in het universum. Of praktisch, als wij vasthouden aan bezit, of zondigen tegen de tien geboden, dan beïnvloedt dit het hele universum; en als wij bezit verzorgen en delen en passend handelen en niet-handelen, dan weerspiegelt dit in alles en iedereen. Vandaar de Boeddhistische aansporing – Werk hard en toon compassie met alles en iedereen; zonder niets en niemand uit”, zeg jij.

[7]

“De gedachtegang kan ik volgen. Ik laat de beelden bezinken. Op onze Odyssee komen wij nog genoeg uitdagingen tegen. Vele boeken over Boeddhisme beschrijven verlichtingservaringen. Heb jij verlichting persoonlijk ervaren?”, vraag ik.

“Jij doelt op de ervaring om opgenomen te zijn in alles en iedereen in al haar manifestaties. Ik weet niet hoe, maar als ik terugkijk dan is dit altijd mijn grondhouding geweest ook als ik verblind was door verliefdheid, boosheid of verdriet. Wel kan ik het duidelijker onder woorden brengen sinds ik in een boek heb gelezen dat er voor een verlichte geest geen verschil is tussen de vinger die naar de maan wijst en de maan, zoals er op gelijke wijze ook geen verschil is tussen de golven en de oceaan. [8] Daarvoor heb ik in bezinningsbijeenkomsten vaak het voorbeeld genoemd van de vinger wijzend naar de maan die niet verwart mag worden met de maan. Nadat ik deze passage heb gelezen, is het ineens duidelijk dat de uitingsvormen “de vinger”, “de maan” en “de gedachten hierover” onderling volkomen verbonden zijn. Alles en ieder zijn hier heel natuurlijk manifestaties van”, zeg jij.

“Jouw beschrijving van “het lot van mensen dat bepaalt dat wij mogen zitten tussen veranderende vuurtjes en as” en “de bloesem die van stof naar stof gaat”, vind ik schrijnend mooi en pijnlijk. Misschien zal de beschrijving van mijn leven deze schoonheid en pijnlijkheid verduidelijken. Probeer jij verder te leven als een Boeddha of Bodhisattva zoals beschreven in de Avatamsaka sutra [9]?”, vraag ik.

[10]

“Ik ben geen heilige. Ik verheug mij op de beschrijving van jouw leven en van Narrator en daarna het vervolg van onze Odyssee”, zeg jij.

“Mag ik de berichten over jouw leven voorzien van een inleiding en een slot bundelen tot een biografie?”, vraag ik.

“Als dit na mijn dood wordt uitgegeven”, zeg jij.

In het volgende bericht vertel ik over het begin van mijn leven.


[1] Zie bericht: “Twee – Nacht aan het begin van de lente” van 25 april 2011

[2] Zie: Red Pine (Bill Porter), The Diamond Sutra. New York: Counterpoint, 2001 p. 39.

[3] Zie: Lopez, Donald S. – The Heart Sutra explained 1990 p 34; “The commentary Vajrapâņi has high praise for the word evam (thus), the word with which sūtras begin. Those four letters are the source of the 84.000 doctrines taught by the Buddha and are the basis of all marvels.”

Zie ook: Red Pine (Bill Porter) – The Diamond Sutra 2001 p 41-42; “Commentaries have written volumes on the profundity of evam (thus). Does it mean “like so”, or does it mean “just so”? And what is the difference? Is this sutra the finger that points to the moon, or is it the moon itself?”

Zie ook: Holstein, Alexander. Pointing at the Moon. 1993 p 49; voor de verlichte geest van een Zen meester is er mogelijk geen verschil tussen de vinger die naar de maan wijst en de maan, zoals er op gelijke wijze ook geen verschil is tussen de golven en de oceaan.

[4] Zie bericht: “Een – Pantheïsme – Indra’s net” van 8 april 2011

[8] Bron: Holstein, Alexander. Pointing at the Moon. Rutland: Charles E. Tuttle Company, 1993, p. 49

Man Leben – Stof van een reis


Wovon man nicht leben kann, darüber muss man schweigen[1]

Jij gaat verder met het verhaal van jouw leven:

“Rond 1990 ben ik na bestudering van Oosterse wijsheid mijn schuldgevoel en schaamte over mijn bestaan goeddeels kwijt geraakt. Kort na elkaar zijn mijn tante en mijn peetmoeder in 1993 overleden. Polen was in die tijd eenvoudig toegankelijk. In mijn leven is de tijd aangebroken om naar Auschwitz te gaan.

De naam Auschwitz is afkomstig van de Poolse plaatsnaam Oświęcim in de buurt van het kamp. Veel Joden die voor de oorlog in Oświęcim leefden, noemden deze plaats Oshpitzin – het Yiddish woord voor gast – omdat deze plaats voor de Tweede Wereldoorlog bekend was om haar gastvrijheid [2].

Als voorbereiding heb ik Shoah [3] van Claude Lanzmann bekeken. Bij het zien van deze documentaire viel op hoe uitgebreid en gedetailleerd de logistiek voor het vervoer en het onderdak van de vele miljoenen mensen moet zijn geweest onder lastige omstandigheden in oorlogstijd. Het waren doelgerichte en verreikende ondernemingen. Veel mensen die tussen 1974 en 1985 werden geïnterviewd, hadden de herinneringen aan de omvang en de reikwijdte – en hun aandeel daarin – verdrongen of bijgesteld. Na doorvragen bleken deze mensen vaak met verlegenheid en schaamte de reikwijdte van de transporten en van het doel van de kampen te kennen. Hun aandeel werd als minuscuul radartje voorgesteld dat alleen het vervullen van een plicht was.

[4]

Ook heb ik de statistieken bekeken. Dachau was een concentratiekamp of een werkkamp waar de gevangenen werden samengebracht om te werken. De meeste doden vielen in deze kampen door zwaar werk, ondervoeding, ziekte en mishandeling. Het kamp Auschwitz II ook wel Auschwitz-Birkenau genoemd, was een vernietigingskamp. Nauwkeurige gegevens zijn niet meer voorhanden, omdat deze aan het einde van de oorlog zijn vernietigd. De meeste schattingen geven aan dat ongeveer 1,3 miljoen mensen naar de kampen bij Auschwitz zijn gedeporteerd. Hiervan zijn ongeveer 1,1 miljoen om het leven gekomen. In Auschwitz II zijn volgens schattingen ruim 900.000 mensen omgekomen waarvan 57 000 Nederlanders – waarschijnlijk was mijn vader een van hen. Na een dagenlange reis per trein werd er bij aankomst in het kamp een selectie gemaakt. Alleen de sterksten werden geselecteerd voor arbeid, de anderen gingen hun dood tegemoet [5]. Het aantal overleden Joden in Auschwitz II is te vergelijken met alle inwoners van Amsterdam inclusief enkele randgemeenten.

[6]

Ongeveer driekwart van de Nederlandse Joden hebben de oorlog niet overleefd. Door de nauwkeurige bevolkingsregisters zijn de Joden eenvoudig achterhaald. De gedeporteerde Joden zijn in de burgerlijke stand als “geëmigreerd” uitgeschreven. In totaal zijn circa 110.000 Joden uit Nederland gedeporteerd, waarvan circa 5.000 de concentratiekampen hebben overleefd. Het aantal overleden Nederlandse Joden is te vergelijken met het volledige inwonersaantal – inclusief bejaarden, zieken en pasgeborenen – van een stad als Delft.

In Europa zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog tussen de 5,4 en 6 miljoen Joden overleden door toedoen van het andere bewind [7]. Dit is meer dan 700 keer het aantal gesneuvelde soldaten die begraven liggen op de oorlogskerkhoven bij Omaha Beach bij Colleville-sur-Mer in Normandië of bij Henri Chapelle in België: peilloos leed.

Twee dagen heeft de treinreis naar Oświęcim geduurd. In Oświęcim ben ik in de voetsporen van mijn tante getreden. Ik heb nooit over mijn bezoek aan de kampen bij Auschwitz gesproken: ik kan dat niet en ik wil dat niet. Een week later ben ik leeg van binnen en van buiten weer terug naar Amsterdam gegaan.

Enkele maanden later heb ik drie korte gedichten geschreven:

Het Stof van de Reis

Kan niet worden afgeschud

As van alledag

 

Vervlogen levens

Opgenomen in ons merg

Oneindig moment

 

Alles en ieder

Vormen in de tijdstromen

Levende adem

In de kampen bij Dachau had ik geen verzoening kunnen vinden. De verzoeningsruimten in Dachau waren indertijd voor mij niet uitnodigend om te betreden. In Ulm had ik op mijn reis naar Dachau het studie model voor het continuüm gezien dat het gehele universum omvatte in al Haar eenvoud en beperking. Deze verzoeningsruimte gaf beschutting en nam alles uit het universum ademend in zich op in geborgenheid en ontvankelijkheid.

Na mijn bezoek aan Auschwitz heb ik heb in iedere spiegel gekeken voor hoop en vertroosting. Daarin zag ik mijn verdrietige, droeve, boze, schuldige, berustende ogen. En ook steeds de vragen: “Wie ben jij” en “Hoe ben jij hiermee verbonden en hoe ben jij hiervan gescheiden”. Op onze Odyssee stellen wij dezelfde vragen. In stilstaand water zag ik spiegelingen van de wereld. Met takjes en stenen heb ik deze beelden voor korte tijd verstoord, maar de beelden kwamen terug – guur, koud, onherbergzaam.

[8]

Het gebarsten glas van het Auschwitz Monument in Amsterdam weerspiegelt een deel van mijn gevoelens na het bezoek; persoonlijk zou ik de spiegels heel laten.

[9]

In de loop van de geschiedenis staat Auschwitz niet op zich zelf. Als bij jager/verzamelaars een man de plaats van een andere man bij een vrouw wil innemen, dan kan dat de dood van een van de mannen tot gevolg hebben. Groepen mensen hebben met elkaar gestreden over het recht van grond: dit heeft geregeld geresulteerd in de dood van 10 % van de strijders [10]. Sinds de oudheid is het belegeren van steden en de eventuele inname van steden omgeven met gebruikelijke rituelen en rechten: plunderingen, het doden van mannen en het wegvoeren van vrouwen en kinderen als slaven komen geregeld voor. Sinds de klassieke oudheid is oorlogsvoering met beroepslegers endemisch in onze samenlevingen verankerd geraakt. Met het ontstaan van onze huidige staten, is ook de dienstplicht ingevoerd. Door een nauwkeurige registratie weten de staten altijd waar de jonge mannen en de paarden/voertuigen zijn voor inzet tijdens oorlogsvoering. De gevolgen kennen wij: op de heenweg van Napoleon naar Moskou zijn de meest slachtoffers gevallen, niet tijdens de verschrikkingen op de terugtocht [11]. De gesneuvelde soldaten tijdens de Duits/Franse oorlogen lopen in de miljoenen. De slachtvelden zijn altijd een Armageddon geweest, maar de omvang en duur van de gevechten zijn enorm toegenomen. Daarnaast is het aantal burgerslachtoffers vermeerderd en de slachtingen nemen geregeld elementen van volkerenmoord aan – denk aan stelselmatige moordpartijen in Afrika en in Cambodja.

Maar Auschwitz II en de andere vernietigingskampen onder het andere bewind in Duitsland zijn uitzonderlijk. In 1942 en 1943 toen de veroveringen door de Duitsers moeizamer zijn verlopen en de inspanningen direct voelbaar zijn geworden in Duitsland, is de zondebok snel gevonden en gestigmatiseerd. Het lijkt wel of het andere bewind – met al 10 jaar een leider als “persoon in het midden” voor herstel van het verstoorde vertrouwen –  heeft gedacht dat door het opofferen van de zondebok de problemen zouden verminderen. Deze offergave is uitzonderlijk in omvang, inspanningen en tijdsduur geweest: “De opoffering zijn met wetenschappelijk-systematische, technisch welhaast onberispelijke stijl uitgevoerd. Zonder overhaasting, weldoordacht, geregistreerd en gereglementeerd. De directe daders: niet zelden bruten en ongeletterden, maar dikwijls ook gestudeerden en intellectuelen met een onuitroeibare voorliefde voor literatuur, beeldende kunsten en muziek; velen hunner zijn zorgzame huisvaders geweest” [12].

In de door het andere bewind beheerste gebieden moet alles en iedereen een kleiner of groter aandeel in deze opoffering hebben gehad. De latere inspanningen om dit aandeel te verdringing spreken voor zich [13]. In Shoah [14] van Claude Lanzmann zien wij een afspiegeling van deze inspanningen tot verdringing. Als ik na mijn bezoek aan Auschwitz in de spiegel kijk, zie ik nog steeds een fractie van deze inspanning – over dit beeld kan ik net als mijn tante niet spreken: ik kan dat niet en ik wil dat niet.

Vele jaren later heb ik gelezen dat een groep Amerikaanse Boeddhisten naar Auschwitz is gegaan voor vertroosting van alles en iedereen [15]. Zij hebben uit de lange lijsten namen van overledenen genoemd met geboortejaar en overlijdensjaar. Hiermee wordt de omvang duidelijk: de leeftijd van de overledenen varieert tussen enkele maanden en meer dan 80 jaar.

Mijn reis naar Auschwitz duurde een ademteug, twee weken, meer dan 4500 jaar, van het begin van het heelal tot heden, en van de dag voor gisteren tot de dag na morgen.

In Amsterdam heeft mijn leven van alledag weer zijn beloop genomen. Hierover meer in het volgende bericht”, zeg jij.

Het volgende bericht gaat verder over jouw leven na de reis naar Auschwitz.


[1] Vrije weergave van laatste zin uit: Wittgenstein, Ludwig, Tractatus Logico-Philosophicus. Amsterdam: Athenaeum-Polak & Van Gennip, 1976 p. 152

[2] Bron: Glassman, Bernie, Bearing Witness – A Zen Master’s Lessons in Making Peace. New York: Bell Tower, 1998, p. 4

[10] Bron: Keegan, John, A History of Warfare. London: Pimlico – Random House, 2004

[11] Bron: Zamoyski, Adam, 1812 – Napoleons fatale Veldtocht naar Moskou. Utrecht: Uitgeverij Balans, 2005

[12] Bron: Eerst alinea van de Inleiding uit – Presser, Jacques, Ondergang. De vervolging en verdelging van het Nederlandse Jodendom 1940-1945 (twee delen), Den Haag: Staatsdrukkerij, 1985 – digitale versie.

[13] Onder meer de verschijning van “Presser, Jacques, Ondergang. De vervolging en verdelging van het Nederlandse Jodendom 1940-1945 (twee delen)” in 1965 zorgde voor het bespreekbaar maken van het Nederlands aandeel in deze “offergave”.

[15] Zie “Part I” van: Glassman, Bernie, Bearing Witness – A Zen Master’s Lessons in Making Peace. New York: Bell Tower, 1998

Man Leben – Oosterse wijsheid


Kann man leben in den Stand der Vollkommenheit?

Jij vervolgt het verhaal van jouw leven:

“In 1989 verliet ik het klooster. Op geregelde tijden kwam ik terug voor begeleiding van groepen en voor overleg en advies over de stand van zaken van het klooster en de kloosterorde. Ik was toen 55 jaar oud.

Gedreven door een innerlijke noodzaak ging ik mij verder verdiepen in Oosterse wijsheid. Eerst woonde ik overal en nergens; af en toe was ik in het klooster voor verplichtingen. Daarna heb ik tijdelijk bij verschillende vrienden en bekenden gewoond. Voor meer vastigheid leek Amsterdam mij een goede plaats om te gaan wonen. Daar heb ik een bescheiden woonruimte kunnen vinden bij vrienden.

Tussen de bedrijven door las ik vele boeken over Boeddhisme, Taoïsme [1] en Hindoeïsme.

[2]

Uiteindelijk ben ik mij verder gaan verdiepen in Mahāyāna Boeddhisme [3] en de Upanishads [4]. De samenhang van contemplatie, meditatie en het leven van alledag hielden mij bezig. Hoe gaan zij samen en hoe beïnvloeden zij elkaar? In die tijd leek mijn leven vol concentratie en aandacht. Later heb ik een metafoor gelezen voor mijn manier van leven [5]. Ik leefde in een menigte met een bekertje water op mijn hoofd. Alle aandacht was nodig om probleemloos en vanzelf door de menigte te laveren en daarbij geen druppel water te verliezen.

[6]

Iedere handeling, iedere gedachte, iedere indruk was als een druppel water die in het water valt. De rimpelingen van de impact van de druppel golven rimpelend naar het verleden, naar de toekomst en naar alles om ons heen. Niets blijft onaangetast.

[7]

Bij deze studie ben ik de bronteksten gaan lezen. Om de teksten beter te kunnen doorgronden, heb een begin gemaakt met een studie Sanskriet. In het begin heb ik moeite gehad om de tekens voor het Devanāgarī – betekent letterlijk Godenstad – alfabet [8] te onthouden. De klanken van het alfabet zijn heel logisch opgebouwd. In het overzicht hieronder is het alfabet weergegeven. De eerste drie regels bevatten de basisklinkers. De volgende vijf regels tonen de medeklinkers – hard, hard geaspireerd, zacht, zacht geaspireerd, neusklank. De voorlaatste regel geeft de half (mede) klinkers weer. En de laatste regel laat de sisklanken en de huigklank “ha” zien. De kolommen tonen de klanken bij de spreker van binnen naar buiten [9].

[10]

Mijn hele leven heb ik van een goede ordening gehouden, maar de buitenbeentjes zijn mij lief. In het Devanāgarī alfabet zijn de half (mede) klinkers – ya, ra, la, va – en de huigklank – ha – de buitenbeentjes. Zij nemen in het alfabet en als betekenis binnen woorden een bijzondere plaats in.

De letter “ya” betekent in het Sanskriet “beweger, wind, bereiken, meditatie”. De letter “ra” betekent “gaan, rollen”. De letter “la” betekent “van Indra”. Indra is de God van de hemel en ook de God van oorlog, storm en regenval. In het Boeddhisme wordt Indra aangeduid met Śakra [11] dat letterlijk “in staat tot scheppen” betekent. De letter “va” zijn wij eerder tegengekomen; deze letter betekent “wind, oceaan, water, stroom, gaan”. De huigklank “ha” betekent onder meer “water, bloed, meditatie, hemel, paradijs, sterven, wijsheid, oorlog”.

Deze buitenbeentjes kwamen overeen met mijn leven rond 1990. Ik had niet veel nodig, want mijn inwoning in het klooster en bij vrienden was verzorgd. Het weinige dat ik nodig had kwam uit het begeleiden van groepen en uit het organiseren en begeleiden van verbouwingen – eerst van kloosters en later ook van huizen van vrienden en bekenden.

In 1993 overleden mijn tante en peettante in korte tijd. In dat jaar heb ik ook Auschwitz bezocht”, zeg jij.

Het volgende bericht gaat verder over jouw zoektocht in Oosterse wijsheid.


[2] White Cloud Monastry bij Beijing. Bron afbeelding: http://en.wikipedia.org/wiki/File:Baiyun.jpg

[5] Bron: Wick, Gerry Shishin, The Book of Equanimity – Illuminating Classic Zen Koans. Somerville MA: Wisdom Publications, 2005 p. 136.

[6] Amitābha Buddha statue from Borobodur, Indonesia. Bron afbeelding: http://en.wikipedia.org/wiki/File:Seated_Buddha_Amitabha_statue.jpg

[7] Impact of a drop of water, a common analogy for Brahman and the Ātman. Bron afbeelding: http://en.wikipedia.org/wiki/File:Wassertropfen.jpg