Tagarchief: strijder

Wie ben jij – Deel 2.1 / E-boek en paperback


Wie ben jij 21

Dan regent neder
in de hoge fantasie
van opstandigen

De Odyssee naar “Wie ben jij – een verkenning van ons bestaan” is een queeste met vele aanlegplaatsen. De zoektocht naar “Wie ben jij” is over jou en mij en alles dat met ons verbonden is. Niets is op voorhand uitgesloten. Zijn jij en ik verbonden of zijn wij gescheiden? Wat maakt jou tot de persoon die jij bent? Wie ben jij voor jouw geboorte en wie zal jij zijn na jouw dood? De antwoorden op deze vragen zijn voorlopig onbekend, maar toch stellen wij deze vragen. 

Verbeeldingskracht, jij die ons vele malen
Belette op de wereld acht te slaan
Al schalde er een duizendtal cimbalen.

Wat drijft jou, buiten onze zinnen, aan?
Een lichtflits, in de hemel vormgegeven,
Vanzelf of door de wil van God ontstaan.

Het eerste deel van deze hedendaagse Odyssee omvat onze eenheid en verscheidenheid en ook onze verbondenheid in onderling vertrouwen.

He Het tweede deel van deze zoektocht gaat over vijf gangbare werkelijkheden; deel 2.1 is een verkenning van “Feiten en logica” tijdens een vakantie week in Florence, waar de drie hoofdpersonen de overgang van de Middeleeuwse Scholastic naar de Renaissance in ogenschouw nemen. Tegelijkertijd onderzoeken zij binnen de grenzen van “Feiten en logica” de grenzen van de wetenschap, leven en dood, het hiernamaals, God en de mogelijkheid van God in de gedaante van een mens, het denkkader van de strijder en de voorboden van de Reformatie.

Afdrukken voor eigen gebruik of voor educatieve doelen is toegestaan.  Lezers en gebruikers van uitgaven door Omnia – Amsterdam Uitgeverij kunnen hun erkentelijkheid tonen door donaties aan goede doelen naar eigen keuze.

Auteur Jan van Origo
Titel
Wie ben jij – Een verkenning van ons bestaan / Deel 2.1
Vijf gangbare werkelijkheden – Feiten en logica
ISBN nummer 9789491633102 en 9789491633119
 
Druk 1.0
Uitgave E-boek in Pdf-format – 14 MB
Formaat A5 – formaat
Pagina’s 194
Uitgeverij Omnia Amsterdam Uitgeverij
Publicatie status Verschenen in 2013
Verkrijgbaar
onder: boeken / verschenen
Prijs Suggestie: een donatie van € 15,00 aan een goed doel naar eigen keuze 

  

Vijf gangbare werkelijkheden – feiten en logica 16


Carla en Man wachten op Narrator om door de overdekte Vasari Corridor langs de rivier de Arno via de Pont Vecchio naar Palazzo Pitti te lopen.

Feiten en logica 16a[1]

“Nadat wij gisteren kort de rol van een Bodhisattva in het denkraam van de strijder hebben benoemd, moest ik gisteravond denken aan welke actieve rol een Bodhisattva als strijder in een conflict of oorlog kan vervullen. Heb jij hierover een idee?”, zegt Carla.

“Ik denk dat een Bodhisattva binnen de mogelijkheden probeert zorg te dragen; “taking care” in het Engels geeft het misschien beter weer. In de Tweede Wereld Oorlog waren Japanse Zen leraren als jonge mannen vaak verplicht om hun dienstplicht in het Japanse leger te vervullen. In hun beknopte levensbeschrijvingen maken zij melding van onder meer wachtlopen en tegelijkertijd mediteren [2] tijdens hun dienstplicht. Ik hoop dat zij als Zen leerling in gevechten en schermutselingen hun rol met mededogen hebben vervuld; de beknopte levensbeschrijvingen laten dit – misschien wijselijk – onvermeld. De metafoor van Indra’s Net kent binnen de schittering van glasparels ook een diepe donkerte; soms valt de donkerte volkomen samen met de schittering.

In de schittering

Van parels in Indra’s net

Gloort de donkerte

Daar komt Narrator”, zegt Man.

“Deze overdekte looproute van het Palazzo degli Uffizi via de Vasari Corridor [3] en de Pont Vecchio naar het Palazzo Pitti toont het streven van de familie de Medici in de eerste helft van de 16e eeuw aan de buitenwereld.

Feiten en logica 16b[4]

Door hun rijkdom en het verkregen bezit kon de familie – beschut tegen weersinvloeden – van hun nieuwe woonpaleis buiten de stad naar hun Palazzo degli Uffizi (of hun werkpaleis) in de stad lopen. Aan het begin van de 16e eeuw was de familie de Medici rond 1512 na Chr. in Florence weer aan de macht gekomen en in 1513 na Chr. werd Giovanni de Medici tot paus gekozen. Hierna heeft Giovanni – als Paus Leo X – aan zijn broer geschreven: “God heeft ons het pausschap gegeven, laten wij er nu van gaan genieten[5]. Als paus was Leo X een ramp, als renaissance prins een succes; hij stelde Michelangelo – afkomstig uit Florence – aan om de St. Pieterbasiliek in Rome vorm te geven en verder te voltooien en hij gaf opdracht voor een extreem dure tapijtenreeks voor de Sixtijnse kapel [6]. Om deze weelderige levensstijl te bekostigen voerde hij binnen de Katholieke kerk aflaten in: door verrichten van schenkingen aan de kerk kon de gever de tijd in het vagevuur voor de begunstiger – bijvoorbeeld overleden familieleden – verkorten. Als reactie hierop verspreidde Maarten Luther op 31 oktober 1517 na Chr. in Wittemberg zijn academische stellingen tegen de handel in aflaten [7] die het begin van de Reformatie inluidde. Na zijn overlijden werd Paus Leo X in 1521 opgevolgd door Paus Adrianus VI – afkomstig uit Utrecht – die een lege pauselijke schatkist aantrof en bovendien niet welkom was in Rome: hij overleed in 1523 [8]. In dat jaar werd Giulio de Medici gekozen tot Paus Clemens VII; hij zorgde door zijn onhandig optreden voor de verspreiding van de Reformatie in Noord Europa en voor de excommunicatie van Koning Hendrik VIII in Engeland. Zijn aandacht ging uit naar kunst en cultuur; hij gaf opdracht aan Michelangelo om in Florence de Medici-kapel van de San Lorenzo Basiliek – die wij enkele dagen geleden hebben bezichtigd – te bouwen.

Ik vertel deze feiten uit de geschiedenis tijdens de bouw van de Vasari Corridor en de Pont Vecchio, omdat de bouwstijl de hoop op een voortdurende brug naar de rijkdommen van de wereld weerspiegelt. Wij weten dat hiermee door de familie de Medici ook de leegte – in de vorm van ijdeltuiterij – en het verval van het pauselijke pontificaat werd ingezet [9]; zelfs de Katholieke Kerk werd hierdoor in een diepe crisis gestort”, zegt Narrator terwijl zij naar het midden van de brug lopen.

“Het woord bankroet [10] is rond die tijd op deze brug ontstaan. Wanneer een handelaar niet meer aan zijn verplichtingen kon voldoen, dan werd de bank waarop hij handel dreef, gebroken”,  zegt Carla.

Door de Via de Guicciardini lopen zij naar het Palazzo Pitte.

Feiten en logica 16c[11]

“Dit paleis is in de 15e eeuw gebouwd als residentie van de koopman Luca Pitti. In 1549 is het paleis in bezit van familie de Medici gekomen waarna leden van de familie hier hebben gewoond tot het uitsterven van het geslacht in 1737. Het groeide uit als schathuis waarin de verschillende generaties van de familie een deel van hun schilderijen, juwelen en luxe bezittingen verzamelden [12]. Daarnaast wilde de familie hiermee de grandeur van een vorstenhuis aan de buitenwereld tonen. Tijdens ons bezichtiging zullen wij zien dat de inrichting en het interieur er vooral op gericht is om indruk op de bezoeker te maken. Hier toont de strijder zijn veroveringen aan – een select deel van – de buitenwereld. Laten wij naar binnen gaan”, zegt Narrator.

Feiten en logica 16d[13]

Na het bezoek aan het Paleis zitten Carla, Man en Narrator op een terrasje aan de Via della Sprone.

“Het Paleis Pitti vormt in mijn ogen een overgang van de Renaissance naar een andere tijd, en voor ons een verbinding tussen “Feiten en Logica” binnen de opkomende rede in de Renaissance met “Intensiteiten en Associaties” in de persoonlijke ontwikkeling door religie, kunst en wetenschap die wij als volgende aanlegplaats op onze Odyssee naar “Wie ben jij” in Amsterdam gaan aandoen”, zegt Man.

“Tijdens het bezoek aan het Paleis moest ik denken aan een passage uit de IJslandse Egils saga rond het leven van de 10e-eeuwse boer, Viking, krijger en dichter Egill Skallagrímsson [14].

‘Thus counselled my mother,
For me should they purchase
A galley and good oars
To go forth a-roving.
So may I high-standing,
A noble barque steering,
Hold course for the haven,
Hew down many foemen.’
[15]

Of aangepast aan Palazzo Pitti:

“Aangemoedigd door mijn ouders,

Die voor mij verwierven

Kapitaal en macht

Om uit te gaan roven.

Zo mag ik hoog staan,

Boven het aardse gewoel

Naar eeuwige haven,

En neerslaan alle tegenstand”.

Bij de inwoners van Palazzo Pitti is het gereedschap in de vorm van “wapens en mensen” als verlengstuk van de Viking strijder – die nog zelf voorin de slagorde stond – vervangen door het gereedschap “kapitaal en macht” van de moderne afstandelijke strijder. De moderne strijder heeft zichzelf uit het strijdgewoel teruggetrokken; hij staat als een eenzame heerser hoog boven het leven van alledag. Deze eenzame strijder verslaat de tegenstanders op afstand met een “clean kill” [16]; in werkelijkheid van alledag is deze doodslag altijd uiterst groezelig met de stank van verderf. In Amsterdam hoop ik daar meer over te kunnen tonen. Het Palazzo Pitti is voor mij doods en verstild in de hang naar – de klassieke valkuil van de strijder – blijvende uitzonderlijke glorie”, zegt Carla.

“Zo waar. Bij jouw weergave van de eenzame heerser moet ik denken aan de almachtige God in de hemel. Kent de Christelijke Goddelijk drie-eenheid ook deze klassiek valkuil van de eenzame strijder? Ik heb ergens gelezen dat zelfs Goden zijn verwikkeld in overlevingsdrang. In Amsterdam gaan wij binnen “Intensiteiten en Associaties” onder meer op zoek naar de persoonlijke relatie met God – en de gevolgen daarvan – binnen het Christendom na de Reformatie. Hoe omzeilt een Bodhisattva deze klassieke valkuil? Door nederigheid? Ik weet het niet. Zullen wij vanavond tijdens het laatste avondmaal op dit deel van de zoektocht terugkijken op ons kort bezoek aan Florence? Dan kunnen wij ook enkele plannen maken voor het vervolg van onze Odyssee”, zegt Narrator.

“Dat is goed. Ik stel voor dat wij vanmiddag ieder onze eigen weg gaan”, zegt Man.

“Dat is goed”, zegt Carla.


[2] Zie bijvoorbeeld: Wetering, Janwillem van de, De Lege Spiegel. Amsterdam: De Driehoek, p. 40

[5] Bron: Norwich, John Julius, The Popes, A History, London: Chatto & Windos, 2011, p. 279.

[9] Zie ook: Norwich, John Julius, The Popes, A History, London: Chatto & Windos, 2011, p. 279 – 298.

[10] Bankroet is in het Italiaans Bancarotta – afkomstig “banca” dat toonbank betekent, en via het latijn “rupta” dat een vervoeging is van het werkwoord “rumpere” dat “breken of schenden” betekent.

[15] Uit hoofdstuk 40 van de Egils Saga. Bron: http://sagadb.org/egils_saga.en. Zie ook:  Marlantes, Karl, What it is like to go to war. London: Corvus, 2012 p. 69 – 70

[16] In het denkraam van een strijder is een “clean kill” door een moeiteloze klap van twee vuistknokkels esthetisch te verkiezen boven neerknuppelen met een steen. Nog esthetischer is het op afstand neerschieten met een mooi vuurwapen in een duel, of in onze tijd met een laserwapen. In onze eeuw is dit uitgemond in een president die door middel van drones persoonlijk tegenstanders in andere landen laat uitschakelen. Zie ook:  Marlantes, Karl, What it is like to go to war. London: Corvus, 2012 p. 71 – 72

Vijf gangbare werkelijkheden – feiten en logica 14


Carla, Man en Narrator zitten op het pleintje bij de ingang van de Basiliek van San Lorenzo voordat zij het paleis van de Medici gaan bezichtigen.

“Het denkraam van de strijder laat een aantal tegenstrijdigheden zien. De parabel van Mŗtyu – dood  in de vorm van een vrouw – geeft een inkijkje in de tegenstrijdigheden wanneer de oudste broer van Arjuna – als troonpretendent van de vijf Pāṇḍavaḥ broers – ontroostbaar is over het verlies van de vele gesneuvelden op het slagveld waaronder vele familieleden, leraren en leerlingen, geliefden en naasten. Als gevolg van de strijd – tussen enerzijds de wereldorde en plicht en anderzijds het menselijk handelen – om een rechtmatig koninkrijk voor de familieleden, leraren en leerlingen, geliefden en naasten, wordt er tegelijkertijd op een uitgebreide schaal dood en verderf gezaaid ook onder de dierbaren. Een ander voorbeeld is “vechten voor vrede”. Het denkraam van de strijder – voorzien van deze tegenstrijdigheden – vinden wij niet alleen terug op het slagveld, maar ook binnen de wetenschap, de godsdienst, de levensbeschouwing, de overheid en uiteraard binnen onszelf”, zegt Carla.

Feiten en logica 14a[1]

“De parabel over Śīla [2] – vrij vertaald met “Alomvattende eenheid” – uit de Mahābhārata toont het denkkader van de strijder binnen onszelf. Door een samenhangend gebruik van alle (menselijk) eigenschappen – of Śīla – had een wijze koning in het oude India uiteindelijk vrede en coherentie binnen zijn koninkrijk en zichzelf weten te bewerkstelligen. Hierdoor kreeg hij ook de beschikking over het immense vermogen van goedheid. Met goedheid verkreeg hij het rijkdom van de drie werelden waaronder de wereld van de Goden. Op een goede dag verscheen Indra – in een manifestatie als geneesmiddel – voor de koning en hij vroeg aan de koning om te leren wat goedheid werkelijk is. De koning zei dat het besturen van de drie werelden al zijn aandacht vergde: hij had geen tijd om dit aan Indra te tonen. Indra in de vorm van geneesmiddel bleef aan het hof en diende de koning zo voortreffelijk dat de koning zei: “Vraag wat jij wenst en ik zal het geven”. Als antwoord zei Indra: “U heeft mij al zoveel gegeven, maar u zou mij zielsgelukkig maken met uw Śīla”. De koning gaf Śīla aan Indra waarna het “geneesmiddel” meteen vertrok. Na de overhandiging van Śīla voelde de koning een innerlijke onrust zonder te weten waarom. Een kolom van licht in menselijk vorm kwam uit zijn lichaam tevoorschijn. De koning vroeg: “Wie ben jij?”. De kolom van licht antwoordde: “Ik ben Śīla en tot nu toe waren wij onafscheidelijk. Maar omdat jij mij hebt weggegeven, vertrek ik,”. Hierna kwam een tweede kolom licht uit zijn lichaam en weer vroeg de koning: “Wie ben jij?”. De tweede kolom licht zei: “Ik ben Dharma – de wereldorde – en ik verlaat jou, want ik leef waar Śīla leeft”. Meteen verschenen weer drie kolommen licht uit zijn lichaam, en achter elkaar vertrokken Waarheid, Goedheid en Soliditeit, omdat zij leven waar Śīla leeft. Als laatste verscheen er een kolom licht in de vorm van een vrouw en de vrouw zei op de vraag “Wie ben jij?”: “Ik ben Śri – voor de mensen ben ik onderlinge verbondenheid –, ik ben alles dat wenselijk is in een mensenleven; ik leef waar Śīla leeft”. Verlamd van schrik vroeg de koning aan Brahman wie dat geneesmiddel was en wat er was voorgevallen. Brahman vertelde: “Het geneesmiddel is Indra’s Net. Door Śīla ben jij geworden wie jij bent, en met Śīla heb jij jezelf weggegeven aan Indra[3], zei Narrator.

“Deze parabel geeft een aantal van de tegenstrijdigheden binnen het denkkader van de strijder prachtig weer. De imperator verkrijgt door zijn acties een koninkrijk en vervolgens kan de imperator het rijk niet bestendigen: verschillende natuurwetten voorkomen dit. Daarnaast zijn er tegenstrijdigheid binnen het denkkader van de strijder te herkennen tijdens een succesvolle verovering of verdediging van een gewenst object: de strijder voelt op het moment van succes de vluchtige euforie van een “Alomvattende eenheid”. Deze euforie bepaalt zijn tijdelijk zelfbeeld dat vervolgens met het vervliegen van Śīla meteen begint te eroderen. Wij hebben deze vluchtige euforie na een overwinning gezien bij het zelfbeeld van roeiers in de twee studenten roeiploegen uit Oxford en Cambridge die strijden om de overwinning van een jaarlijkse roeiwedstrijd op de Thames [4]”, zegt Carla.

Feiten en logica 14b[5]

“Dezelfde euforie van tijdelijke uniciteit toonden Arjuna en Kṛṣṇa toen zij met vreugde pijlen schoten op alles dat probeerde te ontsnappen uit het vuur in het Khandava bos [6]. Met schaamte moet ik nu bekennen dat ik deze vorm van euforie heb gekend toen ik als jonge strijder met een militie in Midden Afrika schoot op alles en iedereen die uit een brandend dorp kwam [7]. Śīla had mij al verlaten bij mijn wens om zelf de avonturen van mijn voorvaderen te beleven onder mijn drang naar comfort, geld, roem en macht. In die nacht – tijdens het schieten op dorpsbewoners die het brandend dorp wilden ontsnappen – verloor ik de laatste resten van mijn onschuld. Ik draag deze tegenstrijdigheid tussen euforie van een tijdelijke uniciteit tijdens gewelddadige verovering, en direct intredend verval nog steeds met mij mee in de vorm van de adem van de dorpsbewoners. Hoewel de dorpsbewoners in de mensenwereld de identiteit “dood” hebben, houd ik hen levend met mijn adem”, zegt Narrator.

feiten en logica 14c. [8]

“Zullen wij de innerlijke onrust in het paleis van de Medici gaan bekijken?”, zegt Man.


[1] Afbeelding van Pallas Athene – de godin van wijsheid, moed, rechtvaardigheid en correcte oorlogsvoering. Daarnaast is zij een listige compagnon van heldhaftige strijders. Bron afbeelding: http://en.wikipedia.org/wiki/Warrior

[2] Śīla betekent in het Sanskriet onder meer “natuurlijk manier van leven of van gedrag”. In het Boeddhisme betekent Śīla onder meer “moreel gedrag of voorschrift”. Bron: elektronische versie van het woordenboek Monier-Williams – MWDDS V1.5 Beta. Zie ook: http://en.wikipedia.org/wiki/%C5%9A%C4%ABla

[3] De parabel over Śīla is een zeer vrije weergave van de parabel van Prahlāda uit: Badrinath, Chaturvedi, The Mahābhārata – An Inquiry in the human Condition. New Delhi: Orient Longman Private Limited, 2006, p. 101 – 102

[4] Zie het bericht “Amateurs” in: Origo, Jan van, Wie ben jij – een verkenning van ons bestaan – deel 1. Amsterdam: Omnia – Amsterdam Uitgeverij, 2012 p. 190 – 194

[6] Zie ook: http://www.sacred-texts.com/hin/maha/index.htm boek 1 Section CCXXVII en verder; Katz, Ruth Cecily, Arjuna in the Mahābhārata: WhereKrishna is, there is victory. Delhi: Molital Banarsidass Publishers, 1990, p. 71 – 84

[7] Zie:  Leben, Man, Narrator – Een Weg. Amsterdam: Omnia – Amsterdam Uitgeverij, 2013, p. 22

[8] Afbeelding van Arjuna en Kṛṣṇa die met vreugde pijlen schieten op alles dat uit het vuur in het Khandava bos probeerde te ontsnappen. Bron afbeelding: http://en.wikipedia.org/wiki/Khandava_Forest