Tagarchief: wetenschap

Wie ben jij – Deel 2.1 / E-boek en paperback


Wie ben jij 21

Dan regent neder
in de hoge fantasie
van opstandigen

De Odyssee naar “Wie ben jij – een verkenning van ons bestaan” is een queeste met vele aanlegplaatsen. De zoektocht naar “Wie ben jij” is over jou en mij en alles dat met ons verbonden is. Niets is op voorhand uitgesloten. Zijn jij en ik verbonden of zijn wij gescheiden? Wat maakt jou tot de persoon die jij bent? Wie ben jij voor jouw geboorte en wie zal jij zijn na jouw dood? De antwoorden op deze vragen zijn voorlopig onbekend, maar toch stellen wij deze vragen. 

Verbeeldingskracht, jij die ons vele malen
Belette op de wereld acht te slaan
Al schalde er een duizendtal cimbalen.

Wat drijft jou, buiten onze zinnen, aan?
Een lichtflits, in de hemel vormgegeven,
Vanzelf of door de wil van God ontstaan.

Het eerste deel van deze hedendaagse Odyssee omvat onze eenheid en verscheidenheid en ook onze verbondenheid in onderling vertrouwen.

He Het tweede deel van deze zoektocht gaat over vijf gangbare werkelijkheden; deel 2.1 is een verkenning van “Feiten en logica” tijdens een vakantie week in Florence, waar de drie hoofdpersonen de overgang van de Middeleeuwse Scholastic naar de Renaissance in ogenschouw nemen. Tegelijkertijd onderzoeken zij binnen de grenzen van “Feiten en logica” de grenzen van de wetenschap, leven en dood, het hiernamaals, God en de mogelijkheid van God in de gedaante van een mens, het denkkader van de strijder en de voorboden van de Reformatie.

Afdrukken voor eigen gebruik of voor educatieve doelen is toegestaan.  Lezers en gebruikers van uitgaven door Omnia – Amsterdam Uitgeverij kunnen hun erkentelijkheid tonen door donaties aan goede doelen naar eigen keuze.

Auteur Jan van Origo
Titel
Wie ben jij – Een verkenning van ons bestaan / Deel 2.1
Vijf gangbare werkelijkheden – Feiten en logica
ISBN nummer 9789491633102 en 9789491633119
 
Druk 1.0
Uitgave E-boek in Pdf-format – 14 MB
Formaat A5 – formaat
Pagina’s 194
Uitgeverij Omnia Amsterdam Uitgeverij
Publicatie status Verschenen in 2013
Verkrijgbaar
onder: boeken / verschenen
Prijs Suggestie: een donatie van € 15,00 aan een goed doel naar eigen keuze 

  

Vijf gangbare werkelijkheden – feiten en logica 8


Carla, Man en Narrator zitten aan de Piazza di Santa Croche voor hun lunch.

“Hebben wij met onze inleiding de bestaande wetenschap tekort gedaan?”, vraagt Man.

“Zeker, want de bestaande wetenschap is evenals de klassieke logica “het sterkst samenhangend intellectuele stelsel” dat goed gedocumenteerd en vatbaar voor kritiek is. De pretentie dat de bestaande wetenschap alles van waarde zou kunnen voorspellen en bewijzen, is te hoog gegrepen. Jij wilde onze mening horen over feiten en logica van de kijk op God”, antwoord Carla aan Man.

“Laat ik met het Alomvattende – en de twee aspecten van “Een” bewustzijn – beginnen en daarna verdergaan met monotheïsme. Vandaar zou ik willen besluiten met de monotheïstische God in de gedaante van een mens. Om de vaart in onze zoektocht te houden lijkt het mij verstandig om het polytheïsme over te slaan”, zegt Man. feiten en logica 81[1]

“Ik denk dat jij gelijk hebt; er zijn verschillende goede inleidingen in de Godsgeschiedenis en in Wereldgodsdiensten waarin de verschillende vormen van polytheïsme worden behandeld”, zegt Narrator.

“Wanneer het nodig is om ons verder te verdiepen in polytheïsme dan kunnen wij dat altijd nog doen. Ik ben benieuwd naar jouw uitleg over de twee aspecten van “Een”- bewustzijn; ik kan mij er verschillende voorstellingen bij maken, maar ik weet niet of mijn gedachten stroken met wat jij gelezen hebt”, zegt Carla.

“In het “Commentary on the Awakening of Faith” door Fa-Tsang [2] heb ik een beschouwing gelezen over de Cosmologie [3] van “Een” binnen de Hua-Yen [4] tak – gebaseerd op de Avatamsaka Sutra [5] – van Zen Boeddhisme [6]. In zijn commentaar op de “Ontwaking van Geloof” beschrijft Fa-Tsang dat “Een”-bewustzijn bestaat uit:

  • “Thusness/Zodanigheid” – “Aldus” of “Evaṃ” [7] in het Sankriet. Het “Aldus”-aspect wordt beschreven als de essentie die zonder kenmerken de bron van leegte of śūnyata [8] vormt waarin alles in onderlinge afhankelijkheid ontstaat. Het “Aldus”-aspect is alles voordat het een naam kreeg en het is ook de leegte binnen Indra’s Net [9];

en

  • “Saṃsāra” [10] – of de “Samenloop der dingen”. Het “Samenloop der dingen”-aspect vormt de kenmerken en functies waarin alles in onderlinge afhankelijkheid ontstaat. Het “Samenloop der dingen”-aspect vormt de waargenomen eigenschappen van Indra’s Net; het is de “Gestalt” [11] of samenloop van dharmas [12] die in onderlinge afhankelijkheid en wederkerigheid in de leegte ontstaat.

feiten en logica 82 [13]

Deze beschrijving vormt meteen een probleem doordat de leegte of śūnyata door het ontbreken van kenmerken onuitspreekbaar is en doordat de mogelijkheden van kenmerken en functies die in onderlinge afhankelijkheid en wederkerigheid ontstaan, oneindig zijn. Wij kunnen dit niet onder woorden brengen en misschien moeten ik op dit punt met Wittgenstein concluderen: “Wovon man nicht sprechen kann, darüber muss man schweigen [14]“, zegt Man.

“Dat is een vraag; ik weet niet zeker of de mogelijkheden van kenmerken en functies die in onderlinge verbanden ontstaan, oneindig zijn [15]. Wanneer deze kernmerken en functies eindig zijn, dan zijn de afhankelijke combinaties ook eindig. Ga door met jouw inleiding”, zegt Carla.

“Ik herinner mij de “Terugblik op mijn onschuld” in jouw levensbeschrijving waarin jij – als jong meisje – aan de hand van luciferdoosjes had aangetoond dat jij in dezelfde vorm nog een aantal keren in het oneindige Universum kan bestaan.  De “Ontwaking van Geloof” lost het probleem van eindigheid en oneindigheid voorlopig op door te wijzen naar de leegheid en vluchtigheid van alle woorden en dharmas die slechts namen – zonder werkelijkheid – zijn voor illusionaire beeldvormingen”, zegt Narrator.

“Ik moet ineens aan hologrammen denken die tegelijkertijd illusionair en levensecht zijn. Hoe ouder ik wordt hoe meer mijn verleden op hologrammen lijkt: volkomen echt en werkelijk en op hetzelfde moment onecht en vluchtig”, zegt Man.

feiten en logica 83[16]

“Misschien moeten wij de vraag over de eindigheid of oneindigheid van śūnyata (of leegte) voorlopig laten rusten. Wij kunnen dit probleem verder onderzoeken wanneer wij tijdens onze Odyssee “leegte” als derde gangbare werkelijkheid aandoen”, zegt Carla.

“Dat is goed”, zegt Man.

“Bij het horen van het “Aldus”-aspect en het “Samenloop der dingen”-aspect van “Een”-bewustzijn kreeg ik de gedachte dat hiermee een synthese begon te ontstaan tussen de wereld van de Upanishads (met de nadruk op Ātman) en de Mahābhārata (met daarin het spanningsveld tussen enerzijds de wereldorde en plicht  (Dharmakshetra) en anderzijds het menselijk handelen (Kurukshetra)). Ik laat deze gedachte rusten totdat jij de inleiding hebt beëindigd”, zegt Narrator.

“De inleiding bij het Commentaar op het “Ontwaken van Geloof” gaat vervolgens verder met de structuur van bewustzijn. Ik zal deze in een vogelvlucht vertellen. “Een”-bewustzijn heeft aspecten van “Aldus”-bewustzijn en “Samenloop der dingen”-bewustzijn. Denken komt via een tussenstap voort uit het “Samenloop der dingen”- bewustzijn (of “Gestalt”- bewustzijn) [17].

feiten en logica 84[18]

Er zijn vijf vormen van denken:

  1. Bewustzijn van oorzaak en gevolg
  2. Bewustzijn van ontplooiing en evolutie
  3. Bewustzijn van manifestaties
  4. Bewustzijn van verschillen en illusies
  5. Bewustzijn van voortdurende effecten van oorzaak en gevolg [19]

Wanneer de eerste drie vormen van denken tevens gegrondvest zijn in de leegte van “Aldus”-bewustzijn, dan kunnen deze vormen een basis zijn voor Boeddhistische verlichting. De laatste twee vormen zijn de aanzet voor het vermogen tot onderscheid der dingen.

Het vermogen tot onderscheid leidt weer tot bewustzijn van afzonderlijke fenomenen:

  • Bewustzijn van lijden en vreugde
  • Op basis van verlangens die voortkomen uit lijden en vreugde, krijgen objecten vorm
  • Wanneer objecten zijn gevormd, dan ontstaan namen en symbolen – waaronder letters – voor objecten
  • Op basis van namen en symbolen ontstaan handelingen met “oorzaak en gevolg”
  • Verbonden met handelingen ontstaat lijden (en vreugde).

Daarna gaat de inleiding verder met een toelichting op ontaarde vormen van bewustzijn die hun oorsprong vinden in een combinatie van een hang naar illusies, symbolen, handelen enz. Misschien kunnen wij daar op ingaan bij de volgende gangbare werkelijkheid “Intensiteiten en associaties”.

Ik wil deze inleiding aan jullie voorleggen omdat het in vogelvlucht een integrale, gedifferentieerde en logische beschrijving geeft van het ontstaan van dingen en van de ontaarding van dingen. Daarnaast vind ik deze inleiding goed omdat hier een sacraal en profaan bewustzijn uit één oorsprong ontspruit en omdat tegelijkertijd verlichting/hemel, profaan/aards en ontaard/hel onderling in een alomvattend eenheid zijn verweven. In principe is – volgens deze inleiding – de verlichte/hemelse wereld gelijk aan ons aards bestaan [20]. Op basis van deze gedachtegang is de “Porta del Paradiso” altijd open; met onze gedachten en illusie sluiten wij de deur en plaatsen er een hek voor. Wat is jullie mening over deze inleiding”, zegt Man.

“In jouw reisbagage zag ik een boek over Hua-Yen Boeddhisme met de titel “Entry into the inconceivable [21]” (Ingang tot het onwaarneembare). Deze titel is ook goed van toepassing op jouw inleiding. Ik heb natuurlijk mijn gebruikelijke vraag bij de definitie van de eerste grondbeginselen van “Een”-bewustzijn. Maar mijn vragen en aarzelingen bij het uitgangspunt in jouw inleiding liggen op een veel abstracter en fundamenteler niveau dan bij alle andere parabels, verhalen en inleidingen over het ontwaken van bewustzijn. Ik ben benieuwd naar de derde gangbare werkelijkheid “Leegte” die wij zullen gaan onderzoeken op onze Odyssee. Bij het “Samenloop der dingen”-aspect en het vervolg heb ik aanvullingen, kanttekeningen en ook wel kritiek uit de fenomenologie, maar die kennen jullie al [22]”, zegt Carla.

“Ik kom terug op een mogelijk synthese tussen de wereld van de Upanishads en de Mahābhārata; jouw uitleg bij de inleiding op het Commentaar op het “Ontwaken van Geloof” laat inderdaad een mogelijkheid tot synthese zien op een hoog abstracte synthese met andere accenten. Omdat wij “licht” en “snel” reizen denk ik dat wij beter verder kunnen gaan. Ik ben benieuwd hoe jij “God zoekt de mens” met deze inleiding verbind. Maar laten wij eerst een rondje om het plein lopen”, zegt Narrator.


[1] “Schepping van de zon en maan”- detail van de fresco’s in de Sixtijnse Kapel in Vaticaanstad door Michelangelo. Bron afbeelding: http://en.wikipedia.org/wiki/God

[2] Zie ook: Vorenkamp, Dirck, An English Translation of Fa-Tsang’s Commentary on the Awakening of Faith. New York: The Edwin Mellen Press. 2004 p. 10 – 14

[7] In Sanskriet bestaat het woord “Evam” uit de werkwoordkern “e” dat “naderen, bereiken, nader komen” en het zelfstandig naamwoord “va” dat “wind, oceaan, water, stroom, gaan” betekent. Bron: electronische versie van het woordenboek Monier-Williams – MWDDS V1.5 Beta

[8] Zie ook: Leben, Man, Narrator – Een Weg. Amsterdam: Omnia – Amsterdam Uitgeverij, 2013, p. 110 – 112

[9] Zie ook: Origo, Jan van, Wie ben jij – Een verkenning van ons bestaan – 1. Omnia – Amsterdam Uitgeverij, 2012, p. 66 – 68

[10] Saṃsāra is samengesteld uit “sam” dat “samen, met, samen met” en “sāra” dat “loop, koers, uitbreiding, kracht, kern, waarde” in het Sanskriet betekent, waardoor Saṃsāra kan worden opgevat als “de samenloop der dingen”.

[12] Zie ook: Vijf gangbare werkelijkheden – feiten en logica 3

[13] Leegte (of śūnyata) en Gestalt (of Saṃsāra) kunnen worden vergeleken met leegte en zeepbellen; beiden vormen elkaar. Bron afbeelding: http://en.wikipedia.org/wiki/%C5%9A%C5%ABnyat%C4%81

[14] Zie ook: Wittgenstein, Ludwig, Tractatus Logico-Philosophicus. Amsterdam: Athenaeum-Polak & Van Gennip, 1976 p. 152

[15] Zie ook: Nārāyana, Narrator, “Carla Drift – Een Buitenbeentje, Een Biografie”. Amsterdam: Omnia – Amsterdam Uitgeverij, 2012, p. 156

[16] Voorbeeld van een hologram. Bron afbeelding: http://en.wikipedia.org/wiki/Holography

[17] Zie ook: Vorenkamp, Dirck, An English Translation of Fa-Tsang’s Commentary on the Awakening of Faith. New York: The Edwin Mellen Press. 2004 p. 14 – 15

[18] Bron afbeelding: http://de.wikipedia.org/wiki/Gestalttherapie

[19] Ergens stond geschreven dat zelfs de Goden zijn gebonden aan de wet van oorzaak en gevolg.

[20] Zie ook de parabel over hemel en hel verteld door een pastoor in Valkenburg in: Origo, Jan van, Wie ben jij – een verkenning van ons bestaan – deel 1. Amsterdam: Omnia – Amsterdam Uitgeverij, 2012 p. 82 – 83

[21] Cleary, Thomas, Entry into the inconceivable – An introduction to Hua-Yen Buddhism. Honolulu: University of Hawaii Press, 1983

[22] Zie ook: Nārāyana, Narrator, “Carla Drift – Een Buitenbeentje, Een Biografie”. Amsterdam: Omnia – Amsterdam Uitgeverij, 2012, p. 34 en 114

Vijf gangbare werkelijkheden – feiten en logica 7


Carla, Man en Narrator hebben het Baptisterium San Giovanni van binnen bekeken en staan nu buiten voor de gesloten oostelijk deur van het Baptisterium.

“Dit is volgens Michelangelo de “Porta del Paradiso” of de poort tot het paradijs. Op het bovenste paneel in de linker deur zijn “Adam en Eva in het paradijs”, “de zondeval” en “de verdrijving uit het paradijs” afgebeeld. Het paradijs en de zondeval zijn een mooie metafoor voor de menselijke illusie van de paradijselijke mogelijkheid tot een alomvattende kennis van de georganiseerde chaos. Nadat Gödel met twee onvolledigheidsstellingen van de appel der wijsheid had gegeten – waarna de illusie van alwetendheid van “feiten en logica” fundamenteel voor altijd onbereikbaar werd – wist de natuurwetenschappelijke wereld dat de mensheid voorgoed geen toegang had tot het paradijs van alwetendheid.

feiten en logica 71[1]

Het is volkomen terecht dat de “Porta del Paradiso” gesloten is en er een hek voorstaat”, zegt Carla.

feiten en logica 72[2]

“Ik heb in mijn stadsgids gelezen dat beide deuren een kopie zijn van de originele deuren die door de tand des tijds en door de overstroming van de rivier Arno [3] op 6 november 1966 ernstig beschadigd waren. Door deze overstroming werden enkele panelen uit de Porta del Paradiso gerukt [4]. Volgens mij is de overstroming van de rivier Arno ook een manifestatie van de georganiseerde chaos”, zeg Man.

feiten en logica 73[5]

“Zeker. De rivier is in 1333 en in 1557 n. Chr. tot een bijna gelijke hoogte buiten de oevers getreden. Misschien is dit de reden dat de woonverblijven in de Florentijnse paleizen zich op de eerste verdieping bevinden.

[6]

OLYMPUS DIGITAL CAMERA[7]

Deze overstroming is een uitgesproken voorbeeld van de georganiseerde chaos. Met redelijke zekerheid kan worden gesteld dat eens in de paar honderd jaar zich een soortgelijke overstroming in Florence kan voordoen, net zoals binnen zekere grenzen alle andere waterstanden in de rivier zich op een bepaald moment met een bepaalde kans kunnen manifesteren – dit is het geordende karakter van de georganiseerde chaos. Maar niemand kan met zekerheid voorspellen op welke dag zich in de toekomst een soortgelijke overstroming als in 1333, 1557 en 1966 n. Chr. zal gaan voordoen – dit is het chaotische karakter van de georganiseerde chaos”, zegt Carla.

“Mooi voorbeeld. Gisteren zocht ik meer informatie over Gödel. Ik las Gödels ontologisch bewijs van God. Ik heb een afdruk van dit bewijs voor jullie meegenomen”, zegt Narrator. feiten en logica 76[8]

“Ik heb zelden een eerste definitie zonder vraagtekens kunnen accepteren. Tijdens mijn studietijd vroeg ik altijd aan docenten waar de eerste definitie op gebaseerd was. Steeds konden docenten in eerste instantie een beperkt antwoord op mijn vraag geven, maar bij doorvragen kwam het antwoord altijd neer op de platitude: “Wij moeten toch ergens vanuit gaan”. Dit antwoord bleef voor mij onbevredigend, eigenlijk vroeg ik steeds naar het “Waarom” terwijl docenten op zijn best een antwoord konden geven op de vraag “Hoe – binnen een bepaalde context”. Terugkijkend is mijn wisseling van studie van Technische Natuurkunde naar het onderwerp Menswetenschappen te herleiden op het feit dat Technische Natuurkunde geen antwoorden beschikbaar had op de vraag waarom feiten en logica zich op een bepaalde wijze aan ons manifesteren. Terugkomend op de eerste definitie binnen Gödels ontologisch bewijs: waarom heeft een Goddelijke verschijning alleen positieve eigenschappen en geen negatieve eigenschappen of imaginaire eigenschappen – zoals imaginaire getallen in de elektrotechniek [9]? Op basis van het ontbreken van een antwoord op mijn laatste vraag èn op basis van Gödels eerste onvolkomenheidsstelling, kan Gödels ontologisch bewijs geen volledig systeem – of volledige beschrijving van een Goddelijke gedaante bevatten. In het geval Gödels ontologisch bewijs wel een volledige systeem zou bevatten – en dat is naar mijn mening niet het geval – dan kan de consistentie van de axioma’s niet vanuit het eigen systeem bewezen worden volgens Gödels tweede onvolkomenheidsstelling. Voor de volledigheid zeg ik dat mijn beweringen zijn gebaseerd op natuurwetenschappelijk logica – en niet op religieuze beginselen [10]. Volgens mij is Gödels ontologische bewijs een eerste logische vingeroefening van Gödel op het terrein van de religie en niet meer dan dat”, zegt Carla.

“Volgens mij heb jij gelijk”, zegt Narrator.

“Klinkt overtuigend. Ik zou tijdens de lunch graag jullie mening willen horen over de feiten en logica van de kijk op God zoals beschreven door Abraham Joshua Heschel in “God zoekt de mens[11] en van de twee aspecten van “Een” bewustzijn in het “Commentary on the Awakening of Faith” door Fa-Tsang [12]”, zegt Man.

“Dit sluit mooi aan bij Gödels ontologisch bewijs. Mijn inleiding op het denkraam van de strijder kan nog wel even wachten. Zullen wij een plaats zoeken voor onze lunch?”, zegt Carla.

“Ik weet een leuke plaats aan de Piazza di Santa Croche”, zegt Narrator.


[9] Berekeningen van elektronische schakelingen worden aanmerkelijk vereenvoudigd door gebruik van hulpgetallen of  imaginaire getallen met een reële waarde die gelijk is aan nul. Zie ook: http://en.wikipedia.org/wiki/Imaginary_number

[10] Zie ook de kanttekening van Prof. Dr. W. Luijpen over de reikwijdte van Natuurwetenschap in relatie tot religie in het bericht “Vijf gangbare werkelijkheden – feiten en logica 6”

[11] Zie ook: Heschel, Abraham Joshua, God zoekt de mens – Een filosofie van het jodendom. Amsterdam: Uitgeverij Abraxas Amsterdam, 2011 (4e geheel herziene druk).

[12] Zie ook: Vorenkamp, Dirck, An English Translation of Fa-Tsang’s Commentary on the Awakening of Faith. New York: The Edwin Mellen Press. 2004

Vijf gangbare werkelijkheden – feiten en logica 6


De volgende ochtend drinken Carla, Man en Narrator koffie op een terras voor het Baptisterium San Giovanni [1] tegenover de Dom van Florence.

801px-Baptistry_Florence_Apr_2008[2]

“Ik heb vanmorgen over jouw inleiding tot de ontwikkeling van de wetenschap nagedacht. Het is een indrukwekkende samenvatting in beknoptheid en in diepgang. Op een punt zou ik een aanvulling wensen; volgens mij is de menselijke wetenschap veel eerder begonnen dan bij de zingeving en zinneming binnen rituelen om de overlevingskansen te vergroten. Ik denk dat de menselijke wetenschap begonnen is bij de eerste bewuste zinneming en zingeving aan geluid, gevoel, in de liefde, bij het opvoeden van kinderen. Ben jij het daar mee eens?”, vraagt Narrator aan Carla.

“Volkomen. Daarnaast ben ik ook voorbij gegaan aan het verschil tussen atomisme [3] – waarin alle feiten gebaseerd zijn op de kleinst mogelijke basiselementen, particularisme [4] – waarin feiten en logica dienen om het eigen belang te bevorderen boven (en zo nodig ten koste van) belangen van anderen, pluralisme [5] – waarin verschillende stelsels van feiten en logica naast elkaar bestaan binnen een evenwicht, en holisme [6] – waarin feiten en logica een samenhangend geheel vormen. Op particularisme hoop ik verder in te kunnen gaan bij een inleiding over het denkraam van de strijder. Ook ben ik voorbij gegaan aan de vele verkeerde voorstellingen van feiten en aan de drogredeneringen binnen een bepaald belang. Zal ik nu verder gaan met de geordende chaos – zowel gefragmenteerd als universeel?”, zegt Carla.

“Ik ben benieuwd naar jouw opmerking “gefragmenteerd en universeel”. Gisteravond heb ik in een andere context een tekst gelezen over de samenhang van beide onderwerpen”, zegt Man.

“Vul mij aan waar jullie dat nodig vinden. Eigenlijk van het begin van de wetenschap hebben mensen een orde in de chaos proberen te scheppen meestal door de werkelijkheid als een ideaal te bezien. Zaken die niet passen binnen het ideale denkkader – zoals wrijving, luchtweerstand en onwelgevallige godsdiensten en gebruiken –, werden als niet relevant zijnde buiten beschouwen gelaten, of werden te vuur en te zwaard bestreden zoals tijdens godsdienstoorlogen. Tegen het einde van de derde wetenschappelijke revolutie dachten natuurwetenschappers dat nog enkele hindernissen binnen de basiselementen van wetenschappelijke kennis – zoals kennis over de overdracht van de zwaartekracht en over de aard van licht – overwonnen moesten worden, voordat het paradijs van de alwetendheid betreden kon worden waarbinnen door de toepassing van de basiselementen alles kenbaar en verklaarbaar zou zijn. De Oostelijke deuren van het Baptisterium – of Porta del Paradiso [7] – zijn een mooie metafoor voor deze denkwereld.

feiten en logica 62[8]

Met kennis van deze panelen en de ontsluiting tot het onderlinge verband van deze panelen dachten wetenschappers de ontsluiting tot de paradijselijke alwetendheid te verkrijgen.

feiten en logica 63[9]

De geordende chaos – gefragmenteerd en universeel – verhinderde de toegang tot de paradijselijke alwetendheid met daarbinnen eenduidige herhaalbare voorspelbaarheid van feiten in onze leefwereld.

Met “geordende chaos” bedoel ik dat binnen bepaalde grenzen ieder mogelijk feit een bepaalde kans heeft om zich op een bepaald moment te manifesteren. Als voorbeeld neem ik een grazende koe in een afgebakende weide met net voldoende voedsel voor de koe: de koe graast binnen bepaalde grenzen (de weide en de rand die de koe met haar mond nog net kan bereiken); iedere graspol in de wei heeft een bepaalde kans om op een bepaald moment gegeten te worden; een voorbijvliegende vlinder kan het grazen van de koe veranderen waarna de koe een ander graaspatroon gaat hanteren; dit ander graaspatroon heeft op de lange tijd geen invloed op de algehele begrazing van de totale weide, maar het maakt een enorm verschil voor de levensduur van enkele graspollen in de nabijheid van de koe [10].

Met “gefragmenteerd en universeel” probeer ik aan te geven dat de gefragmenteerde geordende chaos zich manifesteert binnen een bepaalde omgeving – zoals de afgebakende weide voor de koe en zoals de sprinkhaan in een luciferdoosje [11] – en dat de universele geordende chaos zich afspeelt binnen het totale universum. “Gefragmenteerd en universeel” verhouding zich tot elkaar als de wolken, golven en oceaan tot het universele geordende samenspel en chaos binnen het totale universum. De wolken, golven en de oceaan zijn verschijningsvormen van de universeel geordende chaos, zoals het weer – met op korte termijn een goede voorspelbaarheid tot 4 dagen, en met een goede voorspelbaarheid over de lange termijn – ook een verschijningsvorm is van de universeel geordende chaos in de ruimte.

feiten en logica 64[12]

Met “eenduidige herhaalbare voorspelbaarheid van feiten” bedoel ik dat het verloop van feiten een zelfde uitkomst heeft bij een identieke uitgangspositie. In het leven van alledag bestaat er zelden een identieke uitgangspositie, dus een “eenduidige herhaalbare voorspelbaarheid van feiten” doet zich zelden voor. Wel zijn er vele uitgangsposities met soortgelijk kenmerken: deze situaties tonen geregeld een soortgelijke voorspelbaarheid van feiten, maar bij minieme verschillen in de uitgangsposities kan het verloop van de feiten een geordend chaotisch gedrag laten zien onder bepaalde omstandigheden.

Onder ideale omstandigheden begrenst de constante van Heisenberg [13] binnen de kwantummechanica [14] de nauwkeurigheid van de bepaling van de uitgangspositie en van de waarneming.

In 1931 heeft Gödel het formele bewijs van de twee onvolledigheidsstellingen [15] gepubliceerd [16]:

  • Als een systeem – bijvoorbeeld een systeem (of sprinkhaan) in een lucifersdoosje – consistent is, dan kan het systeem niet volledig zijn.
  • De consistentie van de axioma’s kan niet vanuit het eigen systeem bewezen worden.

De combinatie van de “geordende chaos”, de “beperking van waarnemingen binnen de kwantummechanica” en “waarnemingen die – binnen de relativiteitstheorie – afhankelijk zijn van de wijze van waarnemen” beperken de “eenduidige herhaalbare voorspelbaarheid van feiten”. De consistentie van logica wordt door de tweede onvolledigheidsstellingen van Gödel begrensd.

Door beide beperkingen was de ambitie van de derde revolutie in de wetenschap om onze leefomgeving eenduidig te kennen en beschrijven fundamenteel vastgelopen. Een deel van de logica nam afstand van de georganiseerde chaos van alledag: deze intuïtionistische [17] logica concentreerde zich verder op symbolen die voortkomen uit creatieve menselijk zingeving en zinneming. Een ander deel van de logica verbond aan de symbolen vooronderstellingen van de werkelijkheid als uitbreiding van de intuïtionistische logica – deze uitbreiding werd ook wel superintuïtionistische  logica genoemd. Klassieke logica was binnen de superintuïtionistische logica het sterkst samenhangende stelsel, waarmee de superintuïtionistische logica werd gezien als tussenliggend – of intermediair [18]  – tussen klassieke en intuïtionistische  logica. Via een omweg binnen een ander kader – symbolen komen in de plaats van rituelen – wordt hiermee nogmaals de impact van de eerste revolutie in de wetenschappelijk ontwikkeling van mensheid aangetoond.

Dit is mijn inleiding tot de georganiseerde chaos; ik hoop dat jullie mij hebben kunnen volgen”, zegt Carla.

“Indrukwekkend in alle opzichten. Als ik het goed begrijp kan de samenhang binnen een holistisch systeem niet vanuit het eigen systeem bewezen worden volgens de tweede onvolledigheidsstelling van Gödel. Dit houdt in dat de samenhang van het “Ene Alomvattende” niet vanuit zichzelf aangetoond kan worden”, zegt Man.

“Dat klopt binnen het denkkader van Gödel. Ik moet hieraan toevoegen dat Gödel zijn onvolledigheidsstellingen op een wiskundige wijze heeft bewezen met behulp van symbolen die niet noodzakelijkerwijze een duiding hebben binnen onze dagelijkse leefwereld.  Sommige natuurwetenschappers erkennen alleen symbolen en ideale omstandigheden als zuivere wetenschap. Eind jaren zeventig heeft Prof. Dr. W. Luijpen – hoogleraar wetenschapsfilosofie aan de Technische Hogeschool in Delft – tijdens hoorcolleges hierbij de volgende kanttekening geplaatst: “Uitsluitend symbolen en ideale natuurwetenschappelijke omstandigheden als wetenschappelijke werkelijkheid erkennen is een religieuze vaststelling. Religie is niet het vakterrein van natuurwetenschappers: deze erkenning is vooralsnog geen wetenschappelijke vaststelling”. In het verlengde van Popper en Kuhn sluit ik niet uit dat buiten de wiskunde – met haar wereld van symbolen – de twee onvolledigheidsstellingen van Gödel in bepaalde omstandigheden niet van toepassing blijken te zijn”, zegt Carla.

“Boeiende gedachten. Laten wij het Baptisterium San Giovanni van binnen gaan bezichtigen. Ik stel voor om later op jouw inleiding terug te komen”, zegt Narrator.

“Dat is goed”, zeggen Carla en Man.


[10] Bron metafoor: Stewart, Ian, Does God Play Dice? London: Penguin Books, 1992², p. 132

[11] Zie ook: Nārāyana, Narrator, Carla Drift – Een Buitenbeentje, Een Biografie. Omnia – Amsterdam Uitgeverij, 2012, p. 15 en p. 151 – 156

[15] Zie ook: Nārāyana, Narrator, Carla Drift – Een Buitenbeentje, Een Biografie. Omnia – Amsterdam Uitgeverij, 2012, p. 154

[16] Zie ook: http://en.wikipedia.org/wiki/Kurt_G%C3%B6del

Vijf gangbare werkelijkheden – feiten en logica 5


Carla, Man en Narrator zitten in het restaurant voor hun diner. Zij hebben hun drankjes en menukaart gekregen.

“Proost, op de voortgang van onze zoektocht. Zijn jullie tevreden tot nu toe”, zegt Man.

“Deels. De eenheid – en ook de binding tussen de ander met het alomvattende – is goed aan bod gekomen, maar de ander als entiteit blijft onderbelicht. Misschien kunnen wij daar meer aandacht aan geven”, zegt Narrator.

“Misschien heb ik tot nu toe teveel nadruk gelegd op het “Ene Alomvattende”. Dat komt waarschijnlijk door mijn levensloop met veel gedwongen scheidingen. De laatste jaren ben ik veel – mogelijk teveel – aandacht gaan geven aan de binding tussen alle gebeurtenissen in mijn leven. Wat vindt jij Carla”, zegt Man.

“Tijdens mijn inleiding tot de geordende chaos zal ik meer aandacht besteden aan de ander; bij een overzicht van de ontwikkeling binnen de wetenschap in een vogelvlucht is dat nodig. Vullen jullie mij aan vanuit jullie achtergrond en denkkader. Maar laten wij eerst onze maaltijd bestellen”, zegt Carla.

Carla, Man en Narrator maken hun keuze uit het menu en bestellen hun avondmaal.

“Er kan op vele manieren een overzicht worden gegeven van de ontwikkeling van de wetenschap – die in onze tijd is gecumuleerd in een geordende chaos. Er zijn vele boeken met uitstekende inleidingen over het ontstaan van logica, wiskunde, natuurkunde, sterrenkunde en andere wetenschappen. Mijn inleiding is persoonlijk en is zeker vatbaar voor kritiek; een kenmerk van wetenschap volgens Popper en Kuhn [1]. Ik denk dat wetenschap is begonnen toen mensen duiding zijn gaan geven aan hun leefomgeving opdat zij hun overlevingskansen kunnen vergroten door grip te krijgen op omstandigheden en tastbare zaken [2]. Waarschijnlijk hebben mensen in eerste instantie deze duiding proberen te geven door middel van rituelen zoals jagerverzamelaars zich binnen rituelen identificeren met hun prooi [3], herders-volkeren via de vee-cyclus [4] en via de verering van het gouden kalf in het Oude Testament hun kudden wilde bestendigen en vergroten, en landbouwers via tijdsbepaling met bijbehorende rituelen in het jaar het moment voor het zaaien en oogsten vastlegden. Tegelijkertijd met duiding hebben mensen ook magische krachten toegekend aan rituelen waardoor rituelen de gewenste omstandigheden konden bewerkstelligen. Deze creatieve daad van zinneming en zinneming [5] door middel van rituelen was een eerste revolutie in de wetenschappelijke ontwikkeling van mensen; restanten van deze revolutie zien wij vandaag nog steeds in het gedrag en rituelen binnen onze samenleving, bijvoorbeeld bij wendingen in het persoonlijke en openbare leven en bij jaarfeesten.

feiten en logica 51[6]

De tweede revolutie in de wetenschappelijk ontwikkeling van mensheid bestond uit een verschuiving van de aandacht van het verkrijgen van gewenste omstandigheden of zaken door middel van het verrichten van rituelen naar een begrip – en onderzoek – van het leven van de mens op aarde; het zelf/Zelf werd onderwerp van onderzoek. In de Westerse wereld werd een tijdelijk samenhangend hoogtepunt bereikt binnen de Middeleeuwse Scholastiek, die met de filosofie – in die tijd direct verbonden met de theologie – de gehele menselijk leefwereld volkomen verklaarde en duiding gaf; het leven stond in dienst van God, diens schepping en het hiernamaals bij voorkeur in de hemel of in de hel bij een slecht leven. In India rond 600 v. Chr. mondde deze aandacht uit in de Upanishads met de nadruk op het “Zelf/Ene” als eenheid [7] en het leven was onderwerp van meditatie.

feiten en logica 52[8]

De derde revolutie in de wetenschappelijk ontwikkeling van de mensheid bestond uit de verschuiving van het centrale “Zelf/Ene” – of God binnen de Middeleeuwse Scholastiek waarin alles op de een of andere wijze rechtstreeks mee in verbinding stond – naar een zelfbewustzijn van het individu en naar “de ander” die bestaat uit de andere mensen, de omgeving, de omstandigheden en de tastbare zaken. In de Westerse wereld werd wetenschap – en later de filosofie – van de Godsdienst gescheiden opdat het wetenschappelijke onderzoek zich onbevangen, (waarde-)vrij van dogma’s en gericht op feiten en logica kon ontwikkelen. In de Renaissance stelde de mens de wetenschap in eerste instantie voor als een uurwerk waarin de onderlinge raderen en beweging ontdekt moesten worden, waaruit vervolgens de leefomgeving en de loop der dingen verklaard konden worden [9]. Vervolgens probeerde wetenschappers wiskundige vergelijkingen voor alles te achterhalen [10]. De eerste ontwikkelingen waren zo indrukwekkend dat de mensheid deze vergelijkingen uit de klassieke mechanica [11] nog steeds gebruikt om ruimtevaartuigen uiterst nauwkeurig te besturen.

feiten en logica 53[12]

Daarna werd de kennis over het oplossen van wiskundige vergelijkingen een belemmerende factor: een aantal lineaire (differentiaal-) vergelijkingen waren verhoudingsgewijze eenvoudig op te lossen. De wetenschap probeerde de leefomgeving onder ideale omstandigheden (zonder wrijving, tegenwind waarbij al het onbekende was samengevat in constanten) te beschrijven in lineaire vergelijkingen waarvan de oplossing bekend was, net alsof onze leefwereld alleen bestaat uit gecultiveerde Franse tuinen.

feiten en logica 54[13]

Tot ruim honderd jaar geleden was de ontwikkeling van de wetenschap zo veelbelovend dat alleen nog enkele kleine onvolkomenheden – zoals de vraag hoe de zwaartekracht wordt overgedragen en de vraag of licht bestaat uit deeltjes of uit golven – oplossing behoefden. De eerste scheuren in deze verwachting ontstonden nadat bleek dat licht tegelijkertijd bestond uit deeltje èn uit lichtgolven, dat binnen de kwantummechanica de snelheid en de plaats van deeltjes niet tegelijkertijd nauwkeurig bepaald konden worden, en dat uitkomsten binnen de relativiteitstheorie afhankelijk waren van de wijze van waarnemen.

Deze scheuren groeiden uit met de constatering dat onze dagelijkse leefomgeving voor een belangrijk deel bestaat uit niet-lineaire differentiaalvergelijkingen die niet oplosbaar zijn en vaak alleen benaderd kunnen worden. Bovendien bleken zelfs eenvoudige modellen – zoals het drielichamenprobleem [14] in de ruimte – uiterst complex en alleen in bijzondere eenvoudige omstandigheden oplosbaar. Daarnaast vertoonden eenvoudige modellen – zoals een dubbele staafslinger [15] – een chaotisch karakter waarbij de uitkomsten in de loop van de tijd enorm konden verschillen bij minieme verschillen in de begintoestand.

Ik zie dat onze maaltijd wordt geserveerd. Later ga ik verder”, zegt Carla.

“Bij het aanhoren van jouw inleiding valt het mij op dat de Mahābhārata een vergelijkbare revolutie ten opzichte van Upanishads – die zich richten op het Ene/Alomvattende – heeft veroorzaakt. In de Mahābhārata wordt de aandacht verlegd naar de ander/zelf in relatie tot de Ene/Zelf, waarin niets kan worden begrepen losstaand van de rest. Het Zelf is een wezen in relatie met zichzelf en op het zelfde moment is het Zelf een wezen ten opzicht van de ander en hiermee wordt het eigen leven verbonden met het leven van de ander [16]. De wijze waarop deze aandacht in de Mahābhārata wordt verlegd, is meer gericht op uitleg en beschrijven van het leven en minder gericht op beheersing en grip of de leefomgeving”, zegt Narrator.

“Bij jouw inleiding moet ik denken aan de titel van een dichtbundel van Rutger Kopland:

Wie wat vindt,

heeft slecht gezocht. [17]

en aan een uitspraak van Prof. Dr. W. Luijpen in zijn colleges aan de Technische Universiteit in Delft:

Bewijzen is dwingend doen kennen dat een ander door de knieën gaat.

Misschien iets om over na te denken bij het vervolg van onze zoektocht”, zegt Man.

“Interessante gedachten; op het dwingend doen bewijzen kom ik terug bij het denkraam van de strijder, maar laten wij eerst van onze maaltijd genieten”, zegt Carla.

“Eet smakelijk”, zeggen Man en Narrator vervolgens.


[1] Zie ook: Nārāyana, Narrator, Carla Drift – Een Buitenbeentje, Een Biografie. Omnia – Amsterdam Uitgeverij, 2012, p. 34

[2] Zie ook: Origo, Jan van, Wie ben jij – Een verkenning van ons bestaan – 1. Omnia – Amsterdam Uitgeverij, 2012, p. 103. Zie ook: Calvin, William H., De Rivier die tegen de Berg opstroomt – een reis naar de oorsprong van de aarde en de mens. Amsterdam: Bert Bakker, 1992

[3] Zie ook: Eliade, Mircea, A History of Religious Ideas, Volume I, Chicago: The University of Chicago Press, 1982, p. 5 en Origo, Jan van, Wie ben jij – Een verkenning van ons bestaan – 1. Omnia – Amsterdam Uitgeverij, 2012, p. 111 – 112

[4] Origo, Jan van, Wie ben jij – Een verkenning van ons bestaan – 1. Omnia – Amsterdam Uitgeverij, 2012, p. 33 – 34 en 94 – 95

[5] Zie ook voor de “creatieve daad van zinneming en zinneming”: Merleau-Ponty, Maurice, Fenomenologie van de waarneming. Amsterdam: Boom, 2009

[6] Bron afbeelding: http://nl.wikipedia.org/wiki/Gouden_kalf_

(Hebreeuwse_Bijbel)

[9] Zie ook: Stewart, Ian, Does God Play Dice? London: Penguin Books, 1992², p. 5 – 8

[10] Zie ook: Stewart, Ian, Does God Play Dice? London: Penguin Books, 1992², p. 18 – 33

[16] Bron: Badrinath, Chaturvedi, The Mahābhārata – An Inquiry in the human Condition. New Delhi: Orient Longman Private Limited, 2006, p. 530

[17] Bron: Kopland, Rutger, Verzamelde gedichten. Amsterdam: Uitgeverij G.A. van Oorschot, 2010, p. 103

Vijf gangbare werkelijkheden – feiten en logica 4


“Mag ik – voordat jij ons meer gaat vertellen over de georganiseerde chaos en het denkraam van de strijder – terugkomen op onze discussie van gisteravond?”, vraagt Man aan Carla.

“Dat is goed, het is beter om een onderwerp af te ronden”, zegt Carla.

“Gisteravond las ik in de bundel van Boeddhistisch vraagstukken (een recente uitgave van de bundel die Narrator van zijn Amerikaanse vriend als afscheidscadeau had ontvangen) de passage “Alle voelende wezens hebben een actief bewustzijn, grenzeloos en vaag zonder fundament ter ondersteuning”. Als voorbeeld wordt genoemd:

Wanneer een monnik voorbijkomt en hij wordt aangesproken met “Hé, jij”, dan zal deze monnik meteen zijn hoofd naar de spreker draaien. Wanneer deze monnik vervolgens aarzelt bij de tweede vraag “Wie ben jij?”, dan heeft deze monnik een actief bewustzijn, grenzeloos en vaag zonder fundament ter ondersteuning”.

Deze fundamentele staat van onwetendheid is – volgens dit vraagstuk – de onveranderlijke kennis van alle boeddha’s. Het vers bij dit vraagstuk luidt:

Een roep en men draait haar/zijn hoofd – Ken jij de zelf/Zelf of niet?

Vagelijk, als de maan [1] door de klimop, een wassende maan op dat moment.

Het kind van de rijkdom, zodra zij/hij valt

Op de grenzeloze weg van behoeften, heeft veel zorgen. [2]

feiten en logica 41.jpg[3]

Bij het lezen van dit vraagstuk en vers moest ik denken aan onze laatste discussie over onder andere God als “een ander, een vreemde”, die is gescheiden van “het onuitsprekelijke”, “de opperste verbazing”, “de ultieme vraag die woorden te boven gaat”. Waren God, de mensen en alles om ons heen voor de scheiding [4] in deze fundamentele staat van onwetendheid, zoals een gezond menselijk lichaam zonder kwalen ook een samenhangend geheel vormt zonder afzonderlijke onderdelen?  Hadden zij een fundament ter ondersteuning en welk fundament was dit, of was het ontbreken van een fundament de bron van een actief bewustzijn, grenzeloos en vaag? Ik weet het antwoord op deze vragen niet. En – na de val, na de scheiding – waaruit komt de grenzeloze weg van behoeften met vele zorgen voort? Heschel vervolgt zijn essay “Man is not alone” [5] met de onderwerpen: “geloof”, “één God”, “aan het geloof voorbij”, “streven naar eenheid”, en “gewone daden zijn avonturen”. Zou Heschel de strofe “Een roep en men draait haar/zijn hoofd” uit het Boeddhistische vraagstuk hebben gezien in de categorie “gewone daden zijn avonturen”? Ik denk het wel; maar zou hij uiteindelijke “Een roep” en “men draait haar/zijn hoofd” als “een” of als “gescheiden” hebben gezien? Ik zie het vagelijk als een wassende maan door de klimop”, zegt Man.   

“Bij de passage “grenzeloos en vaag zonder fundament ter ondersteuning” uit het Boeddhistisch vraagstuk denk ik aan “śūnya” – dat “leeg” betekent – uit de Hart Sūtra [6] waarin “vorm gelijk is aan leegte zoals leegte gelijk is aan vorm”; in leegte is geen Dharma – of wereldorde of plicht. Nu nodig ik jullie uit om de Cappelle Medicee [7] in de Basilica van San Lorenzo [8] te bezoeken. Deze kapel gelegen achter de Basiliek is een symbolisch mausoleum als praalgraf voor een deel van de familie van de Medici. Deze familie was een “kind van de rijkdom in de Renaissance dat zodra zij viel op de grenzeloze weg van behoeften, veel zorgen heeft gekend”. Het mausoleum geeft in mijn ogen de immensheid en verkilling van de zorgen van deze familie prachtig weer”, zegt Narrator.

Carla, Man en Narrator bezoeken de Cappelle Medicee.

feiten en logica 42.png[9]

Weer buiten vervolgen zij hun discussie op een bank op het Piazza di Madonna degli Aldobrandini.

“Alles in de Cappelle Medicee is erop gericht om afstand te scheppen tot de toeschouwer. Ik verwacht dat in het verleden alleen genodigden door de familie werden toegelaten tot dit symbolisch praalgraf. Ik denk dat dit mausoleum tot doel had om het nageslacht van de Medici eraan te herinneren waaraan zij hun rijkdom te danken hadden en om bezoekers te tonen welke “kinderen van rijkdom” hier herdacht worden. Bij ieder graf in het mausoleum heb ik mij afgevraagd “Wie ben jij?” en “Ken jij de zelf/Zelf of niet?”. Ik denk “Vagelijk, als de maan door de klimop”, maar de overvloed aan de vele soorten van “klimop” zal het zicht op de maan niet bevorderen”, zegt Man.

“Zullen wij nu Basilica van San Lorenzo bezoeken? De buitenkant is gesloten, maar ook bij deze basiliek wordt de pracht binnen getoond”, zegt Narrator.

feiten en logica 43[10]

feiten en logica 44 [11]

“Ik ben blij dat wij de discussie hebben voortgezet, want hierdoor – en zeker na het bezoek aan de basiliek – ontstaat een mooie opstapje naar het ontstaan van een scheiding tussen wetenschap en religie in de Renaissance. De overgang in stijl van de koorkoepel naar het plafond van de hoofd- en zijbeuken toont de wens om de wetenschap gebaseerd op Middeleeuwse Scholastiek te gaan veranderen in een ordelijke wetenschap die alles keurig verklaard wanneer wij de grondbeginselen maar juist kennen en toepassen. Mag ik de volgende keer hierop verder gaan, want ik moet nu rusten?”, zegt Carla.

feiten en logica 45[12]

“Graag”, zeg Man.

“Tijdens het avondeten?”, zegt Narrator.

“Dat is goed”, zegt Carla.


[1] Zie ook: Drift, Carla, Man Leben – Een Leven, Een Biografie. Omnia – Amsterdam Uitgeverij, 2012, p. 71 – 72

[2] Vrije weergave van een deel van het vraagstuk “Guishan’s Active Consiousness” uit: Cleary, Thomas, Book of Serenity – One Hundred Zen Dialogues. Bosten: Shambhala, 1998 p. 163 – 166.

[4] Zie ook: De parabel van Adam en Eva verstoten uit het paradijs na de zondeval in Hoofdstuk 3 van Genesis in het Oude Testament.

[5] Zie: Heschel, Abraham Joshua, Man is not alone – A Philosophy of Religion. New York: Farrar, Straus and Giroux, 1951. Zie ook: http://nl.wikipedia.org/wiki/Abraham_Joshua_Heschel. In “The Long Discourses of the Buddha. Massachusetts: Wisdom Publications, 1995 p. 38-39” worden 32 verblijfplaatsen genoemd voor voelende wezens; waarvan 22 verblijfplaatsen voor Goden. Zijn binnen dit denkraam Goden ook “kinderen van rijkdom”?

[6] Zie: Leben, Man, Narrator – Een Weg. Amsterdam: Omnia – Amsterdam Uitgeverij, 2013, p. 110 – 112