Twee weken later ontving ik via post restante een brief waarin de opvolger en neef van Raaf schreef dat hij mij dringend wilde spreken. Ik stond net op het punt om weer naar Kopenhagen te vertrekken om daar te overwinteren. Een dag later ontmoette ik de neef van Raaf rond 11 uur ‘s-morgens bij Café Central [1] in de Herrengasse [2] in Wenen.
Hij zag er moe en bezorgd uit. Na de beleefde begroetingen en het bestellen van een Weense koffiespecialiteit met gebak vertelde hij zijn zorgen. Een week geleden was Raaf op een onnatuurlijke manier overleden. Dit bericht schokte mij: ik condoleerde hem met het verlies van zijn verre oom. Daarna vervolgde hij dat zo snel mogelijk de doodsoorzaak uitgezocht moest worden: moord of zelfmoord; de autopsie kon geen uitsluitsel geven. Van de uitkomst van dit onderzoek kon ons leven afhangen; bij moord zouden wij met direct gevaar rekening moeten houden, omdat het onderzoek naar het verleden van Raaf duistere zaken aan het licht hadden kunnen brengen die volgens sommigen het daglicht niet konden verdragen. De opvolger van Raaf had hierover alleen vermoedens.
De neef van Raaf vroeg of ik hem weer in contact met Vos kon brengen voor nadere informatie over het verleden. Helaas had ik Vos voor het laatst bij de Stephansdom gezien. Wij speculeerden voor een kort moment of Vos betrokken kon zijn bij de dood van Raaf. Ik gaf twee redenen waarom dit onwaarschijnlijk was: Raaf was de vader van de dochter van Vos, en Raaf en Vos hadden hun verleden in orde gebracht door een uitgebreide inventarisatie van de archieven binnen de Oost Duitse geheime dienst. Na de uitleg over de wijze van deze inventarisatie was de neef van Raaf redelijk overtuigd dat Vos geen aandeel had in de dood van Raaf.
Verder pratend suggereerde ik dat Raaf met zijn vele duistere bladzijden al heel lang op krediet had geleefd. De neef vertelde dat Raaf door zijn voortdurend succes een generatie te lang de dienst had geleid; mogelijk kon hij niet aftreden wegens de noodzaak om onverkwikkelijke activiteiten te blijven verhullen door voortdurend succes. Hiermee moest ik instemmen: Raaf deed voortdurend boete voor zijn daden en hij was altijd op zijn hoede voor de onthulling van zijn trouw en verraad; misschien was zijn onnatuurlijke dood wel een moord en zelfmoord tegelijkertijd.
De opvolger van Raaf knikte bedenkelijk na mijn bespiegeling. In de gewone wereld zou deze uitleg voldoen, maar in het spiegelpaleis bewoond door de geheime diensten van vele landen was het blikveld met iedere beweging weer anders. Zijn leven was in gevaar en mijn leven liep waarschijnlijk ook gevaar. De neef van Raaf heeft nog een aantal zaken over Raaf en mij doorgenomen.
Aan het begin van de avond ben ik onopvallend met de internationale trein uit Wenen naar München vertrokken. Vandaaruit ben ik doorgereisd naar Hamburg, waar ik bij een ander station de reis naar Kopenhagen heb vervolgd.
In Kopenhagen vernietigde ik mijn Britse paspoorten die ik via Raaf had ontvangen om onopvallend door Europa te reizen. Met pijn in mijn hart heb ik de huur van mijn zolderkamer in de Klosterstræde in het centrum van Kopenhagen opgezegd; hiermee nam ik symbolisch afscheid van twee geliefden die in korte tijd waren overleden. Mijn fietsen verkocht ik en een kleine week later liftte ik naar Malaga in Zuid Spanje om in een warmere omgeving te overwinteren. Mijn uiterlijk en kleding paste ik aan zodat ik met mijn donkere huid in Malaga en omgeving minder opviel.
Een kleine vijf jaar geleden had ik gepoogd om door mijn vertrek uit Amsterdam naar Stockholm en mijn vlucht naar Kopenhagen mijn leven als idool te beëindigen. Met mijn vertrek uit Kopenhagen kwam mijn tweede incarnatie – als magneet en idool voor mijn omgeving – definitief ten einde.
In het begin van de volgende lente liftte ik naar Granada. Daar bewonderde ik het Alhambra met tuinen die verhalen van duizend en een nacht weerspiegelden.
Het leven in mijn eerste incarnatie als Kṛṣṇa in Kenia en mijn tweede incarnatie als idool in Noord Europa had voren in mijn huid achtergelaten. Wanneer ik sprak, lachte of bezorgd keek, dan bleven er plooien in mijn huid achter. Vluchten voor mijn leven dat zich had gevormd in mijn lichaam, wat niet meer mogelijk. Het plafond in de hal van het Abencerrajes toonde mijn voorland.
Na het bezoek aan het Alhambra liet ik mijn baard staan.
[1] Zie ook: http://de.wikipedia.org/wiki/Caf%C3%A9_Central
[2] Gasse komt van het Oud Hoog Duitse “Gazza” dat “(rij)laan”, “steeg” of “doorgang” betekent. Zie ook: http://en.wiktionary.org/wiki/Gasse
Waarschijnlijk is “Gasse” verwant aan de vele namen van straten in landen rond de Oostzee die eindigen op “Gatan”, “Gade” of “Gate”. In het Sanskriet is het woord “gate” niet alleen een vervoeging van het werkwoord met de betekenis “gaande”, maar het is ook de “locativus of plaats-vervoeging” van een zelfstandig naamwoord afgeleid van het werkwoord “gaan”.
[3] Bron afbeelding: http://de.wikipedia.org/wiki/Wiener_Kaffeehaus
[4] Bron afbeelding: http://en.wikipedia.org/wiki/House_of_mirrors
[5] Bron afbeelding: http://en.wikipedia.org/wiki/Alhambra
[6] Bron afbeelding: http://en.wikipedia.org/wiki/Alhambra