Weerzien in Amsterdam: twee preken in steen
“Het plein voor het Centraal Station is een goede plaats om Narrator weer te begroeten na zijn reis uit Florence . Ik hoor zijn specifieke ritme in de bongo’s van de jazz-band die daar in de verte Nature Boy van Eden Ahbez speelt”, zegt Man.
“Ik hoor het, Narrator heeft ons gezien; hij verandert zijn ritme”, zegt Carla.
Carla en Man luisteren naar de zangeres:
Er was een man
Een opmerkelijk betoverende man
Men zegt hij zwierf heel ver,
Heel ver, over land en zee
Een beetje bedeesd met droeve ogen
Maar wijs, zo wereldwijs.
En dan een dag, een magisch dag
Kruiste hij mijn weg, en terwijl hij sprak
Over vele dingen, priesters en koningen.
Zei deze man tot mij:
“De grootste gave die jij ooit leert
Is de immense gave van goedheid”
“De tekst van Nature Boy is voor ons aangepast”, zegt Man.
Na het spelen van dit nummer pakt Narrator zijn bongo’s in. Hij neemt afscheid van zijn medemuzikanten en komt Narrator bij Carla en Man staan.
“Prachtig lied. Bedankt voor jouw kaart. Waarom heb jij ons hier uitgenodigd als beginpunt voor de verkenning van “Intensiteiten en associaties” bij de tweede gangbare werkelijkheid op onze Odyssee naar “Wie ben jij”?” vraagt Man aan Narrator.
[6]
“In de Gouden Eeuw aan het begin van de Reformatie legden op deze plaats de kleinere zeeschepen aan die uit verre landen beladen met koopwaar terugkeerden. In de 19e eeuw is op deze plaats het Centraal Station in Amsterdam gebouwd. Voor de Reformatie waren er overal in de stad uitingen van het Christelijk geloof te zien. Nu zien wij van hieruit nog slechts twee bakens van Christelijk geloof. In de verte in het Centrum van Amsterdam is de toren van de Oude Kerk die tot de Alteratie – waarbij het Katholieke bestuur in Amsterdam werd afgezet – de Sint-Nicolaaskerk werd genoemd naar Sint-Nicolaas die onder meer de patroon van de zeelieden is. Hier vlakbij aan de waterkant zien wij de Rooms Katholieke Basiliek van de Heilige Nicolaas die aan het einde van de 19e eeuw als derde Sint-Nicolaaskerk werd gebouwd; de tweede Sint-Nicolaaskerk is een schuilkerk aan de Oudezijds Voorburgwal, die nu bekend is onder de naam “Ons Lieve Heer op Solder” .
[11]
Ik stel voor om als inleiding op “Intensiteiten en associaties” vanmiddag de Basiliek van de Heilige Nicolaas te bezoeken en daarna de Ronde Lutherse kerk aan de Singel voor twee preken in steen die zijn voortgekomen uit de Reformatie. De Oude Kerk in het Centrum kunnen wij morgen bezichtigen om de aanzet tot de Reformatie te beschouwen”, zegt Narrator.
“De Basiliek van de Heilige Nicolaas heeft een Christelijk kruis als plattegrond zoals veel traditionele Katholieke kerken; maar een echte kerktoren ontbreekt en de kerk is ingepast in het stratenplan in plaats van gericht op het oosten”, zegt Man.
“Ik wilde jullie de koepel van de basiliek tonen, want het plafond laat de enorme verandering zien die de Reformatie ook binnen de Rooms Katholieke kerk in Holland heeft teweeg gebracht. Zullen wij naar binnen gaan?”, vraagt Narrator.
Carla, Man en Narrator lopen naar de Basiliek en gaan naar binnen.
“Het plafond van de koepel toont geen geschilderde samenvatting van het Katholieke geloof geordend naar de Middeleeuwse Scholastiek met een Goddelijke drie-eenheid, een wereldbeeld en een hemel. Deze koepel toont alleen de afbeeldingen van de vier evangelisten van het Nieuwe Testament en daarmee een verwijzing naar het Woord van God waarin de Zoon van God naar de aarde is gezonden voor het heil van de gelovigen. Volgens de schildering van deze koepel vormen de vier evangelisten de verbinding tot het Goddelijke licht. De verwijzing naar het Woord van God – dat de toeschouwer na de opkomst van de boekdrukkunst zelfstandig tot zich kon nemen – heeft in deze schildering van de koepel de plaats ingenomen van het beeldverhaal in de koepels van de kerken in Florence. Deze verandering in de beschildering van de kerkkoepel met de afbeelding van het zelf/Zelf volgens de Middeleeuwse Scholastiek in de Florentijnse kerken naar de afbeelding in deze koepel van tussenpersonen die verwijzen naar het licht van de Ander – de onzichtbare God –, toont overeenkomsten met de derde revolutie in de wetenschappelijke ontwikkeling met een verwijzing naar de onbevangen en waardevrije weergave van het licht van de Ander – in dit geval de Goddelijke drie-eenheid”, zegt Narrator.
“Ook in deze Basiliek komt het licht van boven. Met het licht als hoop voor de opstanding toont de koepel zelf de voortdurende opstanding. “Et lux perpetua luceat eis – en laat eeuwig licht op hen schijnen ”, zegt Man.
“Op wie schijnt het eeuwig licht? Laten wij deze vraag rusten tot later op onze zoektocht. In Holland ben ik een vrouw uit het Zuiden, in Florence ben ik een vrouw uit het Noorden. Hoewel ik deze koepel ook overdadig vind, voel ik mij in deze kerk meer thuis dan in de overdadige kerken in Zuid Europa”, zegt Carla.
“Goede vraag met vele antwoorden waar hard om gestreden is. Zovelen dachten het Goddelijk licht exclusief in pacht te hebben waarbij andere lichtpunten met vuur en zwaard uitgedoofd moesten worden. Zullen wij naar de Ronde Lutherse kerk aan de Singel gaan om de invloed van de Reformatie op het Protestantisme te zien”, zegt Narrator.
[14]
Terwijl Carla, Man en Narrator naar van Prins Hendrikkade naar de Singel lopen, vraagt Narrator aan Man: “Met welk Boeddhistisch vraagstuk ben jij nu bezig?”.
“Met een – op het eerste gezicht – heel eenvoudig vraagstuk met de metafoor van Indra’s Net in gedachten:
Vraag: “Wanneer ontstaan en verdwijnen onophoudelijk doorgaan, wat dan?”
Antwoord: “Wiens ontstaan en verdwijnen?”
En een deel van het bijbehorende vers:
Scheiden van verstrengelde ranken
ontstaan en verdwijnen in overvloed – wat is het?
Dit vraagstuk is zeer goed van toepassing op de Reformatie gedurende de 80 jarige oorlog in Holland; wiens ontstaan en verdwijnen vond plaats tijdens deze Reformatie. Wat is “Het” scheiden van de verstrengelde ranken – ontstaan en verdwijnen in overvloed – van het Christelijk geloof in Holland? Ik weet het niet; “Mysterium est magnum, quod nos procul dubio transcendit” of “Het Mysterie is groot, dat ons zonder twijfel overstijgt” “, zegt Man.
“Leven bestaat uit veranderen, maar wanneer alles voortdurend verandert, dan blijft verandering als vaste constante. Hiermee hebben wij meteen de contradictio in deze redenering – en in dit uitgangspunt – vermeld”, zegt Carla.
“Ik ben daar niet zo zeker van. Het commentaar bij dit vraagstuk stelt: “De constante beweger is niet waar te nemen” en: “Als jij – het Goddelijke licht? – daarmee instemt, dan ben jij de zintuigen nog niet ontstegen, maar als jij er niet mee instemt dan ben jij gebonden aan leven en dood” . Dit is een lastig vraagstuk; dit lijkt op het dilemma van het ware geloof en de directe relatie met God waarmee de gelovigen in Holland tijdens en na de Reformatie voortdurend hebben geworsteld. Daar zien wij de Ronde Lutherse Kerk als een burcht in de vorm van een donjon. De Lutheranen was het niet toegestaan om een kerk met een toren in Amsterdam te bouwen”, zegt Narrator.

“Deze Lutherse kerk doet mij denken aan een kerkelijk gezang dat ik op het Gymnasium in Rotterdam heb geleerd: “Een vaste burcht is onze God. Een toevlucht voor de zijnen” en “De vijand rukt vast aan met opgestoken vaan”. Tegen het einde van het gezang komt de strofe: “Gods woord houdt stand in eeuwigheid en zal geen duimbreed wijken”. Laten wij dit toevluchtsoord betreden”, zegt Man.
“De plattegrond van de kerk laat zien dat de kerkgangers als gemeente in een kring hun aandacht gericht hebben op de voorganger van de dienst: ook deze menselijke gemeenten heeft een voorganger nodig als persoon in het midden om het onderlinge vertrouwen te vestigen en te bestendigen. De kerk kent geen afbeeldingen, ook geen afbeelding van een Christelijk kruis in de plattegrond.

In deze kerk zijn de rituelen en de preek in beelden overgegaan in de preek van Gods woord. In deze kerk zingt geen koor op de achtergrond, maar de gemeente zingt uit volle borst. De uitingen van geloof zijn van afbeeldingen, verwijzingen, associaties en personen in het midden als bemiddelaar voor een relatie met God overgegaan in een verinnerlijking van Gods woord en het gezamenlijk aanheffen van liederen, In deze kerk is het van belang om binnen Gods burcht met uitverkorenen een directe relatie met God te hebben, waarbij de voorganger de gemeenschappelijke relatie met God verwoordt”, zegt Narrator.
“Deze Ronde Lutherse Kerk toont mij een burcht – een schuilplaats en een besloten samenkomst – voor de getrouwen en een afwijzen van en angst voor ongelovigen en andersdenkenden. De Basiliek van de Heilige Nicolaas verwijst mij ook via de Evangelisten naar Gods woord, maar is afstandelijker in de verwijzing naar God en opener als Christelijk baken voor buitenstaanders. Dit laatste kan te maken hebben met mijn Katholieke opvoeding in Zuid Limburg”, zegt Carla.
“Vanavond wil ik jullie een korte beschrijving geven van de 13e eeuwse abt Emo van Bloemhof als contrast met de Reformatie tijdens de 16e Eeuw in Holland”, zegt Narrator.